3
Wanneer een patroon is geselecteerd, kunt u het patroon bewerken met de volgende toetsen die aan de
rechterkant van het scherm worden weergegeven.
1 De grootte van het patroon wijzigen
• Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt
de instelling als volgt gewijzigd.
Groot
Middelgroot
• Wanneer de toets wordt weergegeven als
kan de grootte van het patroon niet
worden gewijzigd.
2 Het patroon horizontaal draaien
• Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt
de instelling in- of uitgeschakeld.
Horizontaal
draaien
uitgeschakeld
• Wanneer de toets wordt weergegeven als
kan het patroon niet horizontaal
worden gedraaid.
Klein
Horizontaal
gedraaid
3 Het patroon verticaal draaien
• Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt
de instelling in- of uitgeschakeld.
Verticaal draaien
uitgeschakeld
• Wanneer de toets wordt weergegeven als
kan het patroon niet verticaal worden
gedraaid.
4 De voorbeeldweergave controleren
• Druk op deze toets om te controleren of het
borduurwerk naar wens wordt genaaid.
(Zie pagina 27 voor meer informatie.)
Een borduurpatroon selecteren
Verticaal gedraaid
103
5