Bediening
5.4
Manoeuvreren van de caravan
WAARSCHUWING
Persoonlijk letsel door botsing
Als zich tijdens het manoeuvreren personen of
voorwerpen in het manoeuvreerbereik bevinden,
kunnen botsingen en letsel het gevolg zijn�
Er mogen zich geen personen of voorwerpen
in het manoeuvreerbereik bevinden�
In en bij de caravan mogen zich geen perso-
nen bevinden�
VOORZICHTIG
Persoonlijk letsel door ongecontroleerde
bewegingen van het manoeuvreersysteem
Storingen van het manoeuvreersysteem, de be-
sturing of de afstandsbediening kunnen leiden
tot onvoorziene rijbewegingen van de caravan�
De schuifschakelaar aan de zijkant voor het
uitschakelen van de afstandsbediening dient
in gevaarlijke situaties ook als noodstopknop�
Schuif bij bijzonderheden de zijdelingse
schuifschakelaar naar achteren� Zie Kapitel
4�7�10
Trek de parkeerrem van de caravan aan�
Schakel de accuscheidingsschakelaar uit�
LET OP
Beschadiging van de banden door mano-
euvreren met aangetrokken parkeerrem
Als de parkeerrem van de caravan na het aan-
zetten niet wordt vrijgezet, kunnen de banden
tijdens het manoeuvreren beschadigd raken�
Zet voor het manoeuvreren de parkeerrem
vrij of verwijder de wegrolbeveiliging�
Als u de toetsen loslaat of als het radiosignaal wordt
verstoord of te zwak wordt, blijft de caravan meteen
stilstaan�
Draai- en schuifregelaar
Met de draairegelaar en schuifregelaar is nauwkeurige
verplaatsing in alle richtingen mogelijk� De caravan
wordt bij het rijden zonder schokken in beweging gezet�
Bij loslaten van de draai resp� schuifregelaar, of als het
draadloze signaal verstoord of te zwak is, wordt de
caravan meteen gestopt�
Radiografische apparatuur of andere afstandsbedienin-
gen zetten uw manoeuvreersysteem niet in werking�
Na het opstarten beweegt het manoeuvreersysteem
met een constante snelheid (afhankelijk van de positie
van de schuifregelaar)� De snelheid neemt iets toe op
een aflopend en neemt af op een oplopend oppervlak�
Alleen schuifregelaar
Met de schuifregelaar kan zonder schokken vooruit
of achteruit worden gereden en de snelheid traploos
worden ingesteld� De snelheid neemt toe naarmate de
schuifregelaar verder uit de nulstand wordt geschoven�
14
NL
Vooruit rijden
Afb� 20
Achteruit rijden
Afb� 21
Alleen draairegelaar
Op de draairegelaar geeft het symbool van de caravan
de actuele rijrichting (met betrekking tot de caravan)
aan�
Hoe verder de draairegelaar wordt uitgedraaid, hoe
sneller de draaiing ter plaatse�
Continu ter plaatse draaien is niet mogelijk met een
dubbelassig chassis (XT2) vanwege het ontwerp� Om
verder draaien mogelijk te maken, moet gelijktijdig
recht vooruit of achteruit worden gereden (met de
schuifregelaar)�
Links draaien
Afb� 22
Mover XT XT2
60020-00239 ∙ 01 ∙ 05/2024