18 Plaats de moduleplaat terug. Zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16.
19 Plaats de batterij terug. Zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14.
WAARSCHUWINGEN:
terugplaatsen en vastzetten, en controleren of er geen losse schroeven in de
computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de
computer beschadigd raakt.
20 Zet de computer aan.
OPMERKING:
serviceplaatje van de computer in het BIOS van het vervangende moederbord in.
21 Voer het servicelabel in. Zie "Het serviceplaatje invoeren in het BIOS" op
pagina 77.
Het serviceplaatje invoeren in het BIOS
1 Controleer of de netadapter is aangesloten en of de hoofdbatterij goed is
geïnstalleerd.
2 Zet de computer aan.
3 Druk tijdens de POST op <F2> om het programma System Setup
(Systeeminstellingen) te openen.
4 Blader naar het tabblad Beveiliging en typ het serviceplaatje in het veld
Serviceplaatje instellen.
Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
Nadat u het moederbord hebt teruggeplaatst, voert u het
Moederbord
77