Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
Hydraulische vloeistof die onder druk staat, kan
door de huid heen dringen en letsel veroorzaken.
• Houd lichaam en handen uit de buurt van
spuitdoppen waaruit onder hoge druk vloeistof
ontsnapt.
• Richt de spuitmachine nooit op mensen of
dieren.
• Controleer of alle vloeistofslangen en leidingen
in goede staat verkeren en alle aansluitingen en
verbindingsstukken stevig vastzitten voordat u
druk zet op het systeem.
• U kunt lekken opsporen met behulp van karton
of papier.
• Voer alle druk in het systeem veilig af voordat u
hieraan werkzaamheden gaat verrichten.
• Waarschuw onmiddellijk een arts als er
hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de
huid.
• Hete vloeistoffen en chemicaliën kunnen
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Belangrijk: U moet de spuitmachine altijd
onmiddellijk na elk gebruik leeg laten lopen en
reinigen. Indien u dit nalaat, kan dit tot gevolg
hebben dat de chemische stoffen uitdrogen of dik
worden in de leidingen, waardoor de pomp en
andere onderdelen verstopt raken.
Reinig het spuitsysteem na elke spuitbeurt. Om het
spuitsysteem goed te reinigen, moet u als volgt te werk
gaan:
• Spoel het systeem drie keer om.
• Gebruik minimaal 190 liter per spoelbeurt.
• Gebruik de reinigings- en neutraliseermiddelen die
worden aanbevolen door de fabrikanten van de
chemische stoffen.
• Gebruik zuiver, schoon water (zonder reinigings- en
neutraliseermiddelen) voor de laatste spoelbeurt.
Van spuitboommodus op
handmatige spuitmodus
zetten
1. Breng de machine tot stilstand, schakel de
spuitbomen uit en stel de parkeerrem in werking.
WAARSCHUWING
Als u handmatig spuit terwijl u met de machine
rijdt, bestaat de kans dat u de controle over
de machine verliest. Dit kan lichamelijk of
dodelijk letsel veroorzaken. Spuit daarom niet
handmatig als u met de machine rijdt.
2. Controleer achteraan de machine of de
trekkervergrendeling van het spuitpistool
ingeschakeld is.
3. Draai de handgreep aan de zijde van de regelklep
met de wijzers van de klok mee naar de handmatige
spuitmodus.
4. Op de bestuurdersstoel schakelt u de pomp in
werking.
5. Voer het toerental op tot de drukmeter het
gewenste psi aangeeft en schakel de neutrale
motortoerentalvergrendeling in.
Belangrijk: Gebruik geen druk hoger dan 150
psi voor de handsproeier.
Opmerking: Kijk op de drukmeter en draai aan
de regelklep om de gewenste druk te krijgen in de
handsproeier.
Handmatig spuiten
1. Rol zo veel slang van de haspel af als u nodig hebt.
Belangrijk: Trek niet aan de slang met het
spuitpistool. Pak altijd direct de slang vast
als u deze van de haspel rolt. Als u met het
spuitpistool aan de slang trekt, bestaat de kans
dat de fitting op het pistool afbreekt of de slang
beschadigd raakt.
2. Ontgrendel de trekker.
3. Richt het spuitpistool op het gebied dat u wilt
spuiten, en haal de trekker over.
4. Laat de trekker en vergrendel deze als u klaar bent
met spuiten.
Van handmatige spuitmodus
op spuitboommodus zetten
1. Druk op de opwindknop van de slanghaspel totdat
er nog maar een halve meter slang is uitgerold.
11