2.4 Klaarmaken van de condensafvoer voor de apparaten met warmtepomp
Tijdens het verwarmen produceren de apparaten condens die via een speciaal kanaal afgevoerd
moet worden. Zonder dit kanaal zal het apparaat niet kunnen werken. De afvoer vindt plaats door
middel van zwaartekracht. Het is daarom van fundamenteel belang dat het afvoerkanaal op ieder
punt een afschot heeft van minimaal 3%. De benodigde pijp mag zowel stijf als buigbaar zijn met een
minimale binnendiameter van 16 mm.
Als het kanaal op een rioleringssysteem aangesloten is moet er vóór de uitgang van de pijp in de
hoofdafvoer een sifon aangebracht worden.
Deze sifon dient zich tenminste 300 mm onder de ingang naar het apparaat te bevinden (fig. 3).
(FIG. 3).