6.2 Reiniging van de ommanteling
De ommanteling van het apparaat moet schoongemaakt worden met een in een oplossing van water
en een neutraal vloeibaar reinigingsmiddel bevochtigde doek. Na deze ingreep moet de ommanteling
afgespoeld worden met behulp van een andere zachte, met schoon onthard water bevochtigde doek.
U mag om geen enkele reden oplosmiddelen of schuurmiddelen gebruiken voor het schoonmaken
van de ommanteling.
(FIG. 29).