5.11 Instelling van de werkingsprogramma's
De logica van het apparaat biedt de gebruiker de mogelijkheid om twee verschillende
werkingsprogramma's te benutten waarmee het apparaat op gewenste tijdstippen uit- en
ingeschakeld kan worden (of andersom) (zo is het bijvoorbeeld mogelijk om hem vóór het voorziene
tijdstip van terugkeer thuis in te schakelen zodat het huis al een aangename temperatuur heeft).
Om gebruik te maken van deze functies moet u eerst de juiste tijd instellen en vervolgens de
werkingsprogramma's op het gewenste tijdstip instellen.
Instelling van de juiste tijd
Om de juiste tijd in te stellen moet u:
-
De drukknop T6 voor de instelling van de juiste tijd en de programma's net zo vaak indrukken
tot de tijdsaanduiding (H) op de display verschijnt.
-
Met behulp van de tuimelschakelaar T7 de uuraanduiding op de display vermeerderen of
verminderen tot het juiste uur afgebeeld wordt.
-
De drukknop T6 nogmaals indrukken tot de minutenaanduiding op de display (M) verschijnt.
-
Met behulp van de tuimelschakelaar T7 de minutenaanduiding vermeerderen of
verminderen tot de minuten van de juiste tijd op de display verschijnen.
Instelling van de tijdstippen van het 1e en het2e werkingsprogramma (PROGR. 1 en PROGR. 2)
Om de tijdstippen voor de in- en de uitschakeling van het apparaat volgens de twee programma's in
te stellen moet u:
-
De drukknop T6 voor de instelling van de juiste tijd en de programma's net zo vaak indrukken
tot het bericht PROGR. 1 ON op de display verschijnt (tijdstip van inschakeling van het 1e
programma).
-
Met behulp van de tuimelschakelaar T7 de aanduiding op de display van de tijd waarop u
wenst dat het 1
Telkens als u een zijde van de tuimelschakelaar indrukt zal de tijdsaanduiding met 30 minuten toe- of
afnemen.
-
De drukknop T6 voor de instelling van de juiste tijd en de programma's nogmaals indrukken
tot het bericht PROGR. 1 OFF op de display verschijnt (tijdstip van uitschakeling van het 1e
programma).
-
Met behulp van de tuimelschakelaar T7 de aanduiding op de display van de tijd waarop u
wenst dat het 1
(FIG. 22).
e
programma begint, vermeerderen of verminderen.
e
programma onderbroken wordt, vermeerderen of verminderen. Telkens als