5.2 Automatische functie (drukknop T2)
Met deze drukknop kunt u het apparaat instellen om automatisch de optimale temperatuur en
vochtigheidsgraad voor het geklimatiseerde vertrek in te stellen. De microprocessor op de printplaat
van het apparaat bevat een functie die het apparaat op verschillende wijzen laat reageren afhankelijk
van de omgevingstemperatuur (koeling, ontvochtiging of verwarming - indien voorzien van een
warmtepomp). Ook de snelheid van de ventilator wordt aangepast (met uitzondering van de
ontvochtigingsfunctie) afhankelijk van het verschil tussen de kamertemperatuur en de door de
microprocessor zelf ingestelde temperatuur.
Op deze wijze zal de ingestelde temperatuur zo snel mogelijk bereikt worden.
(FIG. 14).
5.3 Werking op de koelstand
Op deze stand zal het apparaat de kamer ontvochtigen en koelen.
Deze functie wordt ingeschakeld door de drukknop T4 (functiekeuzeschakelaar) in te drukken tot het
ideogram van het sneeuwkristal op de display verschijnt. Vóór deze handeling moet u echter eerst de
gewenste temperatuur instellen en de ventilatorsnelheid kiezen (zie de betreffende alinea's).
(Maximaal) drie minuten na de inschakeling van deze werkwijze zal de compressor starten en het
apparaat beginnen met het afgeven van koude lucht.
Het starten van de compressor wordt aangegeven doordat de groene LED op het bedieningspaneel
van het apparaat gaat branden.
(FIG. 15).