1. Ohme gebruikt vier aansluitingen voor de besturingskabel om de drie CT-
klemmen te verbinden.
2. Elke klem heeft een positieve en een negatieve aansluiting.
3. De negatieve aansluiting is rood met een zwarte streep. Verbind alle drie
de negatieve aansluitingen met elkaar en sluit ze vervolgens aan op de '
Gemeenschappelijke klem'-aansluiting (oranje draad).
4. De rode positieve aansluitingen voor elke fase moeten met de meegeleverde
connectoren worden aangesloten op de aansluitingen Klem L1, Klem L2
en Klem L3.
Om verbinding te maken, zal een installateur doorgaans:
• Een aansluitdoos op enkelhoogte installeren
• De ingangskabel door een muur voeren en aansluiten aan de andere kant
De installateur moet een aansluitdoos installeren die een classificatie van minstens
32A moet hebben, de juiste IP-classificatie voor de locatie heeft en ruimte biedt voor
een vijfweg-aansluitblok (met laadbalans).
De installateur moet een geschikte aansluitmethode van hoge kwaliteit selecteren.
Wanneer een aansluitblok wordt gebruikt met een schroef die rechtstreeks tegen
de geleider duwt, is het essentieel dat de schroef op de veterhulzen vastklemt, niet
rechtstreeks op het koper.
De losse geleider wordt geleverd met veterhulzen, maar waar het nodig is om de
draad in te korten, moeten nieuwe hulzen op de kabeluiteinden worden geklemd
om schade aan de kabel door de schroef te voorkomen. Dit zorgt voor een solide
verbinding met lage impedantie die de opbouw van warmte tot een minimum
beperkt.
Houd er rekening mee dat de meegeleverde hendelconnectoren voor de
laadbalansklemmen zijn en niet mogen worden gebruikt voor aansluitingen van de
hoofdstroomtoevoer, omdat ze niet de juiste classificatie hebben.
71