Handleiding ECL Comfort 210 / 296 / 310, applicatie A266
2.5 Elektrische aansluitingen
2.5.1 Elektrische aansluitingen 230 VAC
De gewone aardingsaansluiting wordt gebruikt voor het
aansluiten van de relevante onderdelen (pompen, gemotoriseerde
stuurkleppen).
Raadpleeg ook de montagehandleiding (meegeleverd met de
applicatie key) voor applicatie specifieke aansluitingen.
20 | © Danfoss | 2018.01
Veiligheid
Montage, inbedrijfstelling en onderhoudswerkzaamheden mogen
alleen door deskundig en erkend personeel uitgevoerd worden.
De lokale regelgeving moet worden aangehouden. Dit geldt ook voor
kabeldiameter en isolatie (versterkt type).
Een zekering voor de ECL Comfort installatie is doorgaans max. 10 A.
De omgevingstemperatuur voor de ECL Comfort in bedrijf is
0 - 55 °C. Overschrijding van dit temperatuurbereik kan leiden tot
storingen.
Installatie moet worden voorkomen wanneer een risico op
condensatie (dauw) bestaat.
ECL 210 / 310
ECL 296
VI.KT.X4.10