Handleiding ECL Comfort 210 / 296 / 310, applicatie A266
MENU > Settings > Applicatie
Ext. mode (externe override-modus)
De override-modus kan worden geactiveerd voor de zuinige modus,
comfortmodus, vorstbeschermingsmodus of constante D modus.
Voor override moet de controllermodus zich in de programmamodus
bevinden.
Zie bijlage "Parameter ID overzicht"
Kies een override modus:
Het betreffende circuit bevindt zich in de zuinige
OPSLAAN:
modus wanneer de override schakelaar is gesloten.
Het betreffende circuit bevindt zich in de comfort
COMFORT:
modus wanneer de override schakelaar is gesloten.
VORST
De verwarming of het warmwatercircuit sluit, maar
is nog steeds tegen vorst beschermd.
CONSTANT T: Het betreffende circuit regelt een constante
temperatuur *)
*)
Zie ook 'T gewenst' (1x004), instelling van gewenste
flow temperatuur (MENU > Instellingen > Flow
temperatuur)
Zie ook 'Con. T, ret. T grens.' (1x028), instelling van
retourtemperatuurgrens (MENU > Instellingen >
Retour grens)
Het procesdiagram toont de functionaliteit.
VI.KT.X4.10
1x142
Zie ook 'Ext. ingang' .
Voorbeeld: Override naar Comfort-modus
# 1 # = Override schakelaar (niet geactiveerd / geactiveerd)
# 2 # = Functiemodus (Programma / Comfort)
# 3 # = Tijd
Voorbeeld: Override naar "Opslag"-modus
# 1 # = Override schakelaar (niet geactiveerd / geactiveerd)
# 2 # = Functiemodus (Programma / Opslaan)
# 3 # = Tijd
Het resultaat van de override naar "Opslag"-modus hangt af van de
instelling in "Totale stop".
Totale stop = UIT: Verwarming gereduceerd
Totale stop = AAN: Verwarming gestopt
© Danfoss | 2018.01 | 107