3
Inbedrijfstelling
Menupunt
Beschrijving
Datum
Datum instellen. Kies Verder om verder te gaan met
de configuratie.
-of-
Kies Terug om terug te gaan.
Tijd
Tijd instellen. Kies Verder om verder te gaan met de
configuratie.
-of-
Kies Terug om terug te gaan.
Installatie con-
Waarborg dat de accessoiremodules en de kamer-
troleren
temperatuursensoren zijn geïnstalleerd en geadres-
seerd. Kies Verder om verder te gaan met de
configuratie.
-of-
Kies Terug om terug te gaan.
Start systeema-
Start systeemanalyse. De bedieningseenheid van de
nalyse
warmtepomp voert een controle van het systeem en
de gemonteerde toebehoren uit: kies Ja om de
systeemanalyse te starten.
-of-
Kies Nee om terug te gaan naar het configuratieme-
nu.
Land
Instellen van het land. Kies Verder om verder te gaan
met de configuratie.
-of-
Kies Terug om terug te gaan.
Min. buiten-
Instellen laagste gedimensioneerde buitentempera-
temp.
tuur van het systeem. Deze waarde komt overeen
met de laagste gemiddelde buitentemperatuur in de
betreffende regio. De instelling komt overeen met
het punt, waarop de warmtebron de hoogste aan-
voertemperatuur bereikt, en heeft dus invloed op de
steilheid van de stooklijn.
Om door te gaan met de configuratie, kies Verder.
-of-
Kies Terug om terug te gaan.
Installatiebuffer-
Kies Ja wanneer een buffervat is geïnstalleerd in het
vat
systeem. Kies anders Nee. Kies Verder om verder te
gaan met de configuratie.
-of-
Kies Terug om terug te gaan.
Bypass geïnstal-
Deze optie wordt getoond wanneer het systeem
leerd
geen buffervat heeft. Kies Ja wanneer een bypass is
geïnstalleerd in het systeem. Kies Nee als dit niet het
geval is. Kies Verder om verder te gaan met de confi-
guratie.
-of-
Kies Terug om terug te gaan.
Zekering
Stel de hoofdzekering in die de warmtepomp bevei-
ligt.
16 A | 20 A | 25 A | 32 A. Kies Verder om verder te
gaan met de configuratie.
-of-
Kies Terug om terug te gaan.
Bijverwarming
Kies welk type elektrische bijverwarming wordt ge-
bruikt.
Geen | El. bijverw. | 0-10V / Bivalent altern.bedrijf | 0-
10V / Bivalent parallel bedrijf | Kostenopt hybr.bedr.
Kies Verder om verder te gaan met de configuratie.
-of-
Kies Terug om terug te gaan.
4
Menupunt
Beschrijving
Inbouwsituatie
Kies in welk behuizingstype het systeem is geïnstal-
leerd. Eengezinswoning | Meergezinswoning. Kies
Verder om verder te gaan met de configuratie.
-of-
Kies Terug om terug te gaan.
CV-systeem CV1 Stel het type van het verwarmend oppervlak in cv-
circuit 1 in. Radiator | Convectoren | Vloerverw. Kies
Verder om verder te gaan met de configuratie.
-of-
Kies Terug om terug te gaan.
CV-systeem type
Stel de maximale aanvoertemperatuur voor cv-
CV1
circuit 1 in en bevestig dit.
Radiator: [30...60...85] °C
Convectoren: [30...60...85] °C
Vloerverw:
[30...35...60] °C
Om verder te gaan met de configuratie, kies Verder
-of-
Kies Terug om terug te gaan.
Dimensione-
Stel de gedimensioneerde aanvoertemperatuur voor
ringstemp. HK1
cv-circuit 1 in en bevestig dit.
Radiator: [30...60...85] °C
Convectoren: [30...60...85] °C
Vloerverw:
[30...35...60] °C
Kies Verder om verder te gaan met de configuratie.
-of-
Kies Terug om terug te gaan.
Wanneer er verschillende cv-circuits in een verwarmingsinstallatie aan-
wezig zijn, configureer deze dan hetzelfde als cv-circuit 1.
Warm water
Stel het type warmwaterbereiding in. Nt geïnstal-
leerd | Warmtepomp | Verswaterstation
Start systeema-
Kies De configuratieassistent is succesvol beëindigd.
nalyse
Instellingen opslaan en naar hoofdscherm overgaan
of met andere instellingen doorgaan?. Opslaan en
sluiten Wanneer de configuratie is afgerond.
-of- Kies
Detailinstellingen om de uitgevoerde instellingen te
controleren of aanvullende instellingen uit te voeren.
1) Wanneer verschillende cv-circuits zijn geïnstalleerd, ga dan verder met de
instellingen voor de andere cv-circuits.
Tabel 1 Configuratieassistent
3.2
Bijkomende instellingen bij de inbedrijfstelling
Wanneer functie zijn gedeactiveerd, worden de bijbehorende menu-op-
ties niet getoond.
Sla altijd alle instellingen op nadat de inbedrijfstelling is afgerond. Druk
daarvoor op Installateurinst. opslaan in het servicemenu.
3.2.1
Belangrijke instellingen voor het radiatorbedrijf
Over het algemeen worden alle relevante instellingen uitgevoerd tijdens
de inbedrijfstelling. Echter, aanvullende instellingen kunnen worden ge-
controleerd en veranderd in het verwarmingsmenu.
▶ Controleer de instellingen voor cv-circuit 1 ... 4 in het menu.
– Stel Stooklijn CV1 in conform de installatievoorwaarden.
3.2.2
Belangrijke instellingen voor de Warm water-modus
Controleer de instellingen in het menu warm water bij de inbedrijfstelling
en pas deze eventueel aan. Dit is de enige manier om te waarborgen dat
de warmwatermodus perfect werkt.
▶ Controleer de instellingen in het warmwatermenu.
BC 400 – 6721832756 (2023/12)
1)