4
Servicemenu
Menupunt
Beschrijving
Expertenaan-
Kies Aan voor meer menuopties.
zicht
Bij uitlevering is het installateurmenu ingesteld op
Uit en worden alleen de meest belangrijke parame-
ters getoond. Wanneer de parameter wordt inge-
steld op Aan, worden andere configureerbare
parameters getoond.
Toesteltype
▶ 100
▶ 101
▶ 260
▶ 261
Nominaal debiet Stel de gewenste waarde in, overeenkomstig het
ontwerpdocument [0...100...1000 m³/h].
Vorstbescher-
▶ interval
ming
▶ Disbalans
▶ Elektrische voorverw.
Tabel 16 Overzicht van de Ventilatie instellingen
4.1.13 Menu: Fotovoltaïsche installatie
In dit menu worden de instellingen voor de solarinstallatie (PV) uitge-
voerd. Deze instellingen zijn alleen beschikbaar, wanneer de installatie
overeenkomstig is opgebouwd en geconfigureerd en wanneer het ge-
bruikte toesteltype de betreffende instellingen ondersteunt.
Wanneer solarenergie beschikbaar is en een buffervat is geïnstalleerd en
alle cv-circuits een mengventiel hebben, wordt het buffervat op de maxi-
male temperatuur van de warmtepomp opgewarmd.
Menupunt
Regelbereik: functiebeschrijving
Verh.wenstempe-
De in het solarsysteem beschikbare energie wordt voor
ratuur
verwarming gebruikt, wanneer de installatie zich in cv-be-
drijf bevindt.
Stel in, met hoeveel de kamertemperatuur kan worden ver-
hoogd [0...5] K.
Verhoogd warmwa-
De in de solarinstallatie beschikbare energie wordt voor de
tercomfort
warmwaterbereiding gebruikt.
[Ja] | [Nee]
Wanneer dit punt is geactiveerd, wordt het warm water op
de voor de bedrijfsmodus warm water ingestelde tempera-
tuur verwarmd [Comfort]. Wanneer het vakantieprogram-
ma actief is, volgt geen warmwaterverwarming.
Verl.wenstempera-
[Ja]: de in het solarsysteem beschikbare energie wordt
1)
tuur
voor koelen gebruikt, wanneer de installatie zich in koelmo-
dus bevindt.
Koelen alleen met
Koelmodus wordt alleen geactiveerd wanneer energie in de
1)
PV-energie
solarinstallatie beschikbaar is.
[Ja] | [Nee]
Koeling wordt niet geactiveerd tijdens het vakantiepro-
gramma.
1) Deze instellingen zijn alleen beschikbaar, wanneer een koelunit is geïnstalleerd.
Tabel 17 Instellingen in het menu solarsysteem
4.1.14 Menu: Smart Grid
In dit menu worden de Smart Grid-instellingen uitgevoerd. Deze instel-
lingen zijn alleen beschikbaar, wanneer de installatie overeenkomstig is
opgebouwd en geconfigureerd en wanneer het gebruikte toesteltype de
betreffende instellingen ondersteunt.
16
Wanneer Smart Grid-energie beschikbaar is en een buffervat is geïnstal-
leerd en alle cv-circuits een mengklep hebben, wordt het buffervat op de
maximale temperatuur van de warmtepomp opgewarmd.
Menupunt
Regelbereik: functiebeschrijving
Keuzeverhoging [0...5] K
Instellen, met hoeveel de kamertemperatuur kan
worden verhoogd.
Geforceerde ver-
[2...5] K
hoging
Instellen, hoe hoog de geforceerde kamertempera-
tuurverhoging moet zijn.
Verhoogd warm-
[Ja] | [Nee]
watercomfort
: Wanneer dit punt is geactiveerd, wordt het warm
water op de voor de bedrijfsmodus warm water inge-
stelde temperatuur verwarmd [Comfort]. Wanneer
het vakantieprogramma actief is, volgt geen verwar-
ming.
Tabel 18 Instellingen in het menu Smart Grid
4.1.15 Instellingen voor andere systemen of toestellen
Wanneer er in de installatie andere systemen of toestellen geïnstalleerd
zijn, zijn er aanvullende menupunten beschikbaar.
Afhankelijk van het toegepaste systeem of apparaat en de daaraan ge-
koppelde bouwgroepen of bestanddelen kunnen verschillende instellin-
gen worden uitgevoerd.
Neem de bijkomende informatie over de instellingen en functies in de
technische documentatie over het desbetreffende systeem of toestel in
acht.
De volgende bijkomende systemen en menupunten zijn mogelijk:
• Kamerthermostaat: kamerregelaar.
• CR11: Bosch universele module
4.1.16 Install.inst. herstellen
Kies Install.inst. herstellen, om naar de instellingen terug te keren, die tij-
dens de inbedrijfstelling zijn uitgevoerd en als installateurinstellingen
zijn opgeslagen. Kies Ja ter bevestiging. Kies Nee, om zonder resetten
terug te keren.
4.1.17 Fabrieksinstellingen
Om naar de fabrieksinstelling terug te keren, Fabrieksinstellingen kie-
zen. Kies Ja ter bevestiging. Kies Nee, om zonder resetten terug te ke-
ren.
4.2
Diagnose
4.2.1
Menu: Functietests
Actieve componenten van de verwarmingsinstallatie kunnen individueel
worden getest via het menu Functietests. Door instellen van de functie
Werkingscontroles act. in dit menu op Ja wordt het normale bedrijf van
het gehele systeem uitgeschakeld. Alle instellingen worden opgeslagen.
De instellingen in dit menu gelden slechts tijdelijk. Wanneer bij Wer-
kingscontroles act. de optie Nee wordt ingesteld, of wanneer het menu
Functietests wordt gesloten, zijn de opgeslagen instellingen weer van
kracht. De beschikbare functies en instelmogelijkheden zijn afhankelijk
van het type CV-installatie.
Om de functiecontrole uit te voeren, worden de parameters voor elke
component individueel ingesteld. Om te verifiëren of de compressor,
mengmodule, pomp of 3-wegklep correct reageren, wordt het gedrag
van de individuele componenten gecontroleerd.
BC 400 – 6721832756 (2023/12)