stellingen te kiezen. Het doel van het bedieningspaneel is het besturen
van de warmtepomp voor maximaal 4 cv-circuits voor het verwarmen en
koelen en een boilerlaadcircuit voor, solarwarmwater en naverwarming
solarboiler, gecontroleerde woonventilatie en verswaterstation.
• Het bedieningspaneel beschikt over een tijdprogramma:
– Verwarming: voor ieder cv-circuit 1 tijdprogramma met 2 scha-
keltijden per dag.
– Warm water: een tijdprogramma voor de warmwaterbereiding en
een tijdprogramma voor de circulatiepomp met telkens
6 schakeltijden per dag.
• Bepaalde menupunten zijn landafhankelijk en worden alleen ge-
toond, wanneer het land, waarin de warmtepomp is geïnstalleerd,
dienovereenkomstig is ingesteld.
De functies, en daarmee de menustructuur van het bedieningspaneel,
zijn afhankelijk van de systeemconfiguratie. De instelbereiken, fabriek-
sinstellingen en functieomvang zijn afhankelijk van de installatie ter
plaatse en kunnen afwijken van de specificaties in deze handleiding.
De op het display getoonde teksten wijken, afhankelijk van de software-
versie van het bedieningspaneel, eventueel af van de teksten in deze
handleiding.
• Als er 2 of meer verwarmings- en koelcircuits geïnstalleerd zijn, zijn
instellingen voor elk verwarmings- en koelcircuit beschikbaar en ver-
eist.
• Als er aanvullende installatieonderdelen en modules zijn geïnstal-
leerd, zijn er bijbehorende instellingen beschikbaar en noodzakelijk.
Controleer de module en de documentatie van de toebehoren voor
specifieke instellingen.
2.2
Toebehoren
Het is mogelijk dat bepaalde toebehoren zoals genoemd in dit hoofdstuk
niet voor alle landen leverbaar zijn.
Functiemodule van het regelsysteem EMS plus:
• Bedieningseenheid RC100 / RC100.2 als eenvoudige afstandsbe-
diening.
• Bedieningseenheid RC100 H / RC100.2 H als eenvoudige af-
standsbediening met de optie meten relatieve luchtvochtigheid.
• Draadloze afstandsbediening RC120 RF als eenvoudige afstands-
bediening met de optie meten relatieve luchtvochtigheid. Functie-
module MX300 is nodig.
• Systeemafstandsbediening RC220 als comfort afstandsbediening
met de optie meten relatieve luchtvochtigheid.
• MM100: cv-circuitmodule.
• MP100: zwembadmodule.
• SM100: module voor eenvoudige solarinstalalties (solarwarmwa-
ter).
• SM200: module voor geavanceerde solarinstallaties.
• PKS9: passief koelstation
• Logavent: gecontroleerde woningventilatie(HRV).
• Logalux FS/ 2, FS.../3: verswaterstation.
• MX300: internet-gateway (WLAN) en radiomodule voor draadloze
verbinding.
Combinatie met de volgende modules is niet mogelijk:
• MM50, MM10, WM10, SM10, MCM10, RC200, AM200, RC300,
RC310, RC20, RC20RF, RC25, RC35
BC 400 – 6721832756 (2023/12)
3
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor brandwonden door hete vloeistoffen!
Als warmwatertemperaturen boven de 60 °C bereikbaar zijn wanneer de
klant de extra warmwaterfunctie, thermische desinfectie of dagelijkse
opwarming activeert, moet een temperatuurmenginrichting worden ge-
ïnstalleerd.
OPMERKING
Schade aan de vloer!
Bij te hoge temperaturen is schade aan de vloer mogelijk.
▶ Let erop bij vloerverwarming, dat de maximale temperatuur van het
betreffende vloertype niet wordt overschreden.
▶ Eventueel een extra temperatuurbewaking op de spanningsingang
van de betreffende circulatiepomp of op een van de externe ingangen
aansluiten.
Overzicht inbedrijfstelling
1. Waarborg dat de elektrische aansluitingen (voedingsspanning en sig-
naalkabel) van het systeem en de toebehoren correct zijn uitge-
voerd.
2. Voer de codering uit van de toebehorenmodules en kamerregelaar
(houd de handleiding aan voor de module en de afstandsbediening).
3. Waarborg dat de cv-installatie compleet is gevuld met water en ont-
lucht.
4. Schakel de installatie in.
5. Voer de inbedrijfstelling uit van het bedieningspaneel ( hoofdstuk
inbedrijfstelling van het bedieningspaneel).
6. Voer de overige stappen uit zoals beschreven in het hoofdstuk "Uit-
voeren aanvullende instellingen voor inbedrijfstelling".
7. Controleer de instellingen in het servicemenu en voer de instellingen
uit indien nodig ( hoofdstuk servicemenu).
8. Hef getoonde waarschuwings- en storingsmeldingen op en reset de
historie.
9. Systeemoverdracht ( hoofdstuk systeemoverdracht).
3.1
Eerste inbedrijfstelling van de bedieningseenheid
Wanneer de bedieningseenheid voor de eerste keer wordt aangesloten
op de voedingsspanning, start een installatie-wizard. Nadat de wizard
geheel is doorlopen, keert het display terug naar het startscherm.
Verschillende functies worden alleen getoond, wanneer deze zijn geacti-
veerd of wanneer de bijbehorende toebehoren is geïnstalleerd.
Alleen de menu's van de geïnstalleerde modules en componenten in elke
systeeminstallatie worden getoond. De beschikbare menuopties kun-
nen variëren afhankelijk van het land of de markt.
Menupunt
Beschrijving
Taal
Stel de taal in. Verder aantikken.
Datumformaat
Datumformaat instellen. Kies DD.MM.JJ, MM/DD/JJ
-of-
JJ-MM-DD. Kies Verder om verder te gaan met de
configuratie.
-of-
Kies Terug om terug te gaan.
3
Inbedrijfstelling
3