Laag T Uit X2 (Retourtemp. Grens, Laagste Grens, X-As); Grens Hoog Y2 (Retourtemp. Grens, Hoogste Grens, Y-As); Infl. - Max. (Retourtemp. Grens - Max. Invloed); Infl. - Min. (Retourtemp. Grens - Min. Invloed) - Danfoss ECL Comfort 210 Handleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor ECL Comfort 210:
- Handleiding (217 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (12 pagina's) ,
- Handleiding (166 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Handleiding
MENU > Instellingen > Retourgrens
Laag T uit X2 (retourtemp. grens, laagste grens, X-as)
Circuit
1
Stel de buitentemperatuur in voor de hoge retourtemperatuurgrens.
De overeenkomende Y-coördinaat is ingesteld in 'Grens hoog Y2'.
MENU > Instellingen > Retourgrens
Grens hoog Y2 (retourtemp. grens, hoogste grens, Y-as)
Circuit
1
Stel de retourtemperatuurgrens in, waarbij u verwijst naar de
buitentemperatuur die is ingesteld in 'Laag T uit X2'.
De overeenkomende X-coördinaat is ingesteld in 'Laag T uit X2'.
MENU > Instellingen > Retour grens
Infl. - max. (retourtemp. grens - max. invloed)
Circuit
1
Bepaalt de mate waarin de gewenste flow-temperatuur wordt beïnvloed als
de retourtemperatuur hoger is dan de berekende grens.
Invloed hoger dan 0:
De gewenste flow-temperatuur wordt verhoogd wanneer de
retourtemperatuur hoger wordt dan de berekende grens.
Invloed lager dan 0:
De gewenste flow-temperatuur wordt verlaagd wanneer de
retourtemperatuur hoger wordt dan de berekende grens.
MENU > Instellingen > Retour grens
Infl. - min. (retourtemp. grens - min. invloed)
Circuit
1
Bepaalt de mate waarin de gewenste flow-temperatuur wordt beïnvloed als
de retourtemperatuur lager is dan de berekende grens.
Invloed hoger dan 0:
De gewenste flow temperatuur wordt verhoogd wanneer de
retourtemperatuur lager wordt dan de berekende grens.
Invloed lager dan 0:
De gewenste flow temperatuur wordt verlaagd wanneer de
retourtemperatuur lager wordt dan de berekende grens.
Danfoss District Energy
ECL Comfort 210 / 310, applicatie A266
11033
Instelbereik
Fabrieksinst.
-60 ... 20 °C
-15 °C
11034
Instelbereik
Fabrieksinst.
10 ... 150 °C
60 °C
11035
Instelbereik
Fabrieksinst.
-9.9 ... 9.9
0.0
11036
Instelbereik
Fabrieksinst.
-9.9 ... 9.9
0.0
Voorbeeld
De retourgrens is actief boven 50 °C.
De invloed is ingesteld op -2.0.
De actuele retourtemperatuur is 2 graden te hoog.
Resultaat:
De gewenste flow-temperatuur is gewijzigd met -2.0 x 2 = -4.0 graden.
Normaal is deze instelling lager dan 0 in stadsverwarmingssystemen
om een hoge retourtemperatuur te voorkomen.
Deze instelling is standaard 0 in boilersystemen omdat een hogere
retourtemperatuur acceptabel is (zie ook 'Infl. - min.').
Voorbeeld
De retourgrens is actief onder 50 °C.
De invloed is ingesteld op -3,0.
De actuele retourtemperatuur is 2 graden te laag.
Resultaat:
De gewenste flow-temperatuur wordt gewijzigd met -3,0 x 2 = -6,0
graden.
Normaal is deze instelling 0 in stadsverwarmingssystemen omdat een
lagere retourtemperatuur acceptabel is.
Deze instelling is hoger dan 0 in boilersystemen om een te lage
retourtemperatuur te voorkomen (zie ook 'Infl. - max.').
VI.KT.X2.10
DEN-SMT/DK
79
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
