Inhoudsopgave
Advertenties
De scenario-helderheidswaarde van het betreffende scenario wordt bij een oproep aange-
dimd. De dim-fading is geactiveerd. De tijd in de parameterkeuze definieert de duur van het
dimmen tot het bereiken van de scenario-helderheidswaarde. Daarbij is de helderheids-
waarde van een dimkanaal, waarbij de dimprocedure begint, niet van belang. De dimproce-
dure bij een scenario-oproep heeft dus altijd precies de ingestelde tijd nodig.
i De parameterinstelling "aandimmen via fading" is bij de variant "1-voudig" in de bedie-
ningsmodus "toerentalinsteller" niet beschikbaar.
ETS-downloadgedrag voor scenariofunctie instellen
Bij het opslaan van een scenario worden de scenariowaarden intern in het apparaat permanent
opgeslagen (zie pagina 91). Om te waarborgen dat de opgeslagen waarden bij een ETS-pro-
grammering van het applicatieprogramma of de parameter niet door de oorspronkelijk geprojec-
teerde scenario-helderheidswaarden worden vervangen, kan de actor overschrijven van de sce-
nariowaarden verbieden. Als alternatief kunnen bij iedere programmering door de ETS de oor-
spronkelijke waarden weer in het apparaat worden geladen.
De scenariofunctie moet op de parameterpagina "Kx – vrijgaven" (x = nummer van het dimka-
naal 1...4) zijn vrijgeschakeld.
o
Op de parameterpagina "Kx – scenario's" de parameter "In het apparaat opgeslagen waar-
den bij ETS-download overschrijven ?" op "ja" instellen.
Bij iedere ETS-programmering van het applicatieprogramma of de parameter worden de in
de ETS geparametreerde scenariowaarden voor het betreffende dimkanaal in de actor ge-
programmeerd. Daarbij worden evt. de in het apparaat opgeslagen scenariowaarden over-
schreven.
o
Op de parameterpagina "Kx – scenario's" de parameter "In het apparaat opgeslagen waar-
den bij ETS-download overschrijven ?" op "nee" instellen.
De evt. in het apparaat opgeslagen scenariowaarden blijven behouden. Wanneer geen
scenariowaarden zijn opgeslagen, blijven de laatste door de ETS ingeprogrammeerde hel-
derheidswaarde geldig.
i Bij de eerste inbedrijfname van de actor moet de parameter op "ja" zijn ingesteld, zodat het
dimkanaal op geldige scenariowaarden wordt geïnitialiseerd.
Scenarionummer en scenariohelderheidswaarde voor scenariofunctie instellen
Het datapunttype van het secundaire scenario-object maakt het mogelijk maximaal 64 scena-
rio's te adresseren. Daarom moet voor ieder intern scenario (1...8) van het dimkanaal worden
vastgelegd, via welk scenarionummer (1...64) het scenario wordt aangesproken, dus wordt op-
geroepen of opgeslagen. Verder moet worden bepaald, welke helderheidswaarde bij een sce-
nario-oproep op de dimuitgang moet worden ingesteld.
De scenariofunctie moet op de parameterpagina "Kx – vrijgaven" (x = nummer van het dimka-
naal 1...4) zijn vrijgeschakeld.
o
Op de parameterpagina "Kx – scenario's" voor ieder scenario de parameter "scenario x in-
schakelbaar via scenarionummer" (x = nummer van het scenario (1...8)) op de nummers
instellen, via welke de scenario's moeten worden aangesproken.
Een scenario kan via het geparametreerde scenarionummer worden aangesproken. De in-
stelling "0" schakelt het betreffende scenario uit, zodat zowel oproepen als opslaan niet
mogelijk zijn.
i Wanneer meerdere scenario's op hetzelfde scenarionummer zijn geparametreerd, wordt al-
leen het scenario met het laagste interne scenarionummer (1...8) aangesproken. De ande-
re interne scenario's worden in dat geval genegeerd.
o
Op de parameterpagina "Kx – scenario's" voor ieder scenario de parameter "helderheids-
waarde bij scenario x" (x = nummer van het scenario (1...8)) op de gewenste helderheids-
waarde instellen.
Art.-Nr.: 3801 REGHE
Art.-Nr.: 3802 REGHE
Art.-Nr.: 3804 REGHE
Software "Dimmen 3020x1 / 3023x1 / 3026x1"
Functiebeschrijving
Pagina 90 van 148
Advertenties
Inhoudsopgave
