i In de bedieningsmodus "toerentalinsteller" bij de apparaatvariant "1-voudig" kunnen, net
zoals bij de beschrijving van de helderheidswaarde voor een verlichtingsregeling in dit
hoofdstuk, toerentalwaarden in de ETS worden geconfigureerd . De verschillen van de be-
dieningsmodus "toerentalinsteller" in vergelijking met de bedieningsmodus "verlichtingsre-
geling" zijn gedetailleerd beschreven in het hoofdstuk "bijzonderheden in de bedieningsmo-
dus toerentalinsteller" (zie pagina 109).
Vertraging oproepen scenario voor scenariofunctie instellen
Iedere scenario-oproep van een dimkanaal kan als optie ook worden vertraagd. Op die manier
kunnen in relatie met meerdere scenario-uitgangskanalen bij cyclische scenariotelegrammen
dynamische scenarioprocessen worden geconfigureerd.
De scenariofunctie moet op de parameterpagina "Kx – vrijgaven" (x = nummer van het dimka-
naal 1...4) zijn vrijgeschakeld.
o
Op de parameterpagina "Kx – scenario's" de parameter "scenario-oproep vertragen ?" op
"ja" instellen.
De vertragingstijd is ingeschakeld en kan afzonderlijk worden ingesteld. De vertraging heeft
alleen invloed op de scenario-oproep van het dimkanaal. Na binnenkomst van een oproep-
telegram wordt de vertragingstijd gestart. Pas na afloop van de tijd wordt het betreffende
scenario opgeroepen en de helderheidswaarde op de dimuitgang ingesteld.
i Ieder scenario-oproeptelegram start de vertragingstijd opnieuw en triggert deze ook na.
Wanneer op het tijdstip van een aflopende vertraging (scenario nog niet uitgevoerd) een
nieuw scenario-oproeptelegram wordt ontvangen, dan wordt het oude (nog niet opgeroe-
pen) scenario verworpen en alleen het laatst ontvangen scenario uitgevoerd.
i De vertraging van de scenario-oproep heeft geen invloed op het opslaan van scenario-
waarden. Een telegram voor opslaan van het scenario binnen een scenario-oproepvertra-
ging onderbreekt de vertragingstijd en zo ook de scenario-oproep.
Gedrag bij scenario-oproep instellen
In de scenarioconfiguratie van een dimkanaal kan worden vastgelegd, of het oproepen van de
scenario-helderheidswaarde direct of aandimmend moet plaatsvinden. Bij het aandimmen kan
bovendien worden ingesteld, of de dimprocedure gewoon via de dimstappen moet verlopen of
via een fading. Een scenario-oproep kan dus onafhankelijk van het ingestelde dimgedrag en de
dimkarakteristiek van een uitgang worden uitgevoerd.
Het gedrag bij een scenario-oproep kan afzonderlijk voor ieder scenario worden geconfigureerd.
De scenariofunctie moet op de parameterpagina "Kx – vrijgaven" (x = nummer van het dimka-
naal 1...4) zijn vrijgeschakeld.
o
Op de parameterpagina "Kx – scenario's" de parameter "gedrag bij scenario-oproep " in-
stellen op "helderheidswaarde direct".
De scenario-helderheidswaarden worden bij een oproep direct ingesteld.
o
Op de parameterpagina "Kx – scenario's" de parameter "gedrag bij scenario-oproep " in-
stellen op "helderheidswaarde aandimmen via dimstaptijd". Tegelijkertijd de benodigde
"dimstaptijd (0...255 ms)" voor het aandimmen van de scenario-helderheidswaarde instel-
len.
De scenario-helderheidswaarde van het betreffende scenario wordt bij een oproep aange-
dimd. De tijd in de parameterkeuze definieert de duur van het dimmen tussen 2 van 255
dimstappen.
o
Op de parameterpagina "Kx – scenario's" de parameter "gedrag bij scenario-oproep " in-
stellen op "helderheidswaarde aandimmen via fading". Tegelijkertijd de benodigde "fading-
tijd (0...240 ms)" voor het aandimmen van de scenario-helderheidswaarde instellen.
Art.-Nr.: 3801 REGHE
Art.-Nr.: 3802 REGHE
Art.-Nr.: 3804 REGHE
Software "Dimmen 3020x1 / 3023x1 / 3026x1"
Functiebeschrijving
Pagina 89 van 148