Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dimkarakteristiek, Dimgedrag En Dimsnelheden - Jung 3801 REGHE Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.2.4.2.15 Dimkarakteristiek, dimgedrag en dimsnelheden

De op een dimkanaal aangesloten verlichtingsmiddelen kunnen door een dimprocedure in hel-
derheid (bedieningsmodus "verlichtingsregeling") of in toerental (bedieningsmodus "toerentalin-
steller") worden veranderd. Het door een dimprocedure instelbare helderheids-/toerentalbereik
wordt aan de grenzen gedefinieerd door de in de ETS ingestelde basishelderheid en maximale
helderheid of als alternatief door de combinatie van de minimale helderheid en de maximale
helderheid.
i In de bedieningsmodus "toerentalinsteller" bij de apparaatvariant "1-voudig" kunnen, net
zoals bij de beschrijving van de helderheidswaarde voor een verlichtingsregeling in dit
hoofdstuk, toerentalwaarden in de ETS worden geconfigureerd . De verschillen van de be-
dieningsmodus "toerentalinsteller" in vergelijking met de bedieningsmodus "verlichtingsre-
geling" zijn gedetailleerd beschreven in het hoofdstuk "bijzonderheden in de bedieningsmo-
dus toerentalinsteller" (zie pagina 109).
Het dimmen van een kanaal kan plaatsvinden door...
-
relatief dimmen:
Relatief dimmen kan door het per dimkanaal afzonderlijk beschikbare 4 bit communicatie-
object "dimmen" of via een lange toetsdruk in de handbediening worden geactiveerd. Het
dataformaat van het object "dimmen" komt overeen met de KNX-standaard conform DPT
"3.007", zodat in het dimtelegram de dimrichting en de relatieve dimstapgrootten kunnen
worden ingesteld of ook dimprocedures kunnen worden gestopt. Bij het relatief dimmen
door een handbediening ter plaatse op het apparaat wordt een dimprocedure uitgevoerd,
zolang de betreffende knop wordt ingedrukt. Bij het loslaten of bij het bereiken van de ba-
sis-/minimale helderheid of de maximale helderheid stopt de dimprocedure.
-
Absoluut dimmen:
Absoluut dimmen wordt gerealiseerd door instelling van een helderheidswaarde. Deze
waarde kan via het in ieder dimkanaal afzonderlijk aanwezige 1 Byte communicatie-object
"helderheidswaarde" door de KNX worden ingesteld. Bovendien is ook het instellen van
helderheidswaarden door een blokkeer- of dwangmatige stand functie of door een scenari-
ofunctie mogelijk. Ook bij busspanningsuitval of bij bus- of netspanningsterugkeer of na
een ETS-programmering kan het absoluut dimmen door de instelling van helderheidswaar-
den worden geactiveerd.
Bij de instelling van een helderheidswaarde via het object of door een scenario-oproep kan
in de ETS worden geparametreerd, of de waarde direct wordt ingenomen of als alternatief
via de geconfigureerde dimstaptijd of een fading wordt aangedimd. Bij alle andere absolute
dimfuncties worden de helderheidswaarden altijd direct ingenomen.
i Het aandimmen van een toerentalwaarde via "fading" is bij de versie "1-voudig" in de be-
dieningsmodus "toerentalinsteller" niet mogelijk.
De dimsnelheid is voor een relatieve dimprocedure of voor het aandimmen van een absolute
helderheidswaarde (niet fading) identiek en kan in de ETS afzonderlijk voor ieder dimkanaal in
de karakteristiekparameters worden ingesteld.
i Ook bij het direct benaderen van helderheidswaarden kan bij de aangesloten verlichtings-
middelen altijd een zeer korte dimprocedure worden waargenomen, zo ook bij schakelen
zonder soft-AAN of soft-UIT. Deze dimprocedure is systeemafhankelijk nodig. De benader-
de helderheidswaarde wordt daarbij met de minimale dimstaptijd van 1 ms gedimd. Deze
tijd kan niet worden veranderd.
Art.-Nr.: 3801 REGHE
Art.-Nr.: 3802 REGHE
Art.-Nr.: 3804 REGHE
Software "Dimmen 3020x1 / 3023x1 / 3026x1"
Functiebeschrijving
Pagina 103 van 148

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3802 reghe3804 reghe

Inhoudsopgave