1
De begrenzingsdraad aansluiten op het oplaadstation Sluit
voor de maairichting met de wijzers van de klok mee de
grensdraad aan op klem 2 (T2). Sluit voor de maairichting
tegen de wijzers van de klok in de grensdraad aan op klem
1 (T1).
CW
T2
4. Zet de oplaadpad vast met de schroeven van het
oplaadstation.
2
5. Bevestig de begrenzingsdraad aan het uiteinde van de
oplaadpad met een haring.
6. Plaats 1 m draad, recht en loodrecht op de rand van
de oplaadpad.
14
2
3
CCW
T1
1
7. Ga door met het plaatsen van de begrenzingsdraad rond het
gazon met behulp van de geleidingslinialen en -haringen.
OPMERKING: De minimale breedte van smalle
doorgangen of tuinhekken is 90 cm. Alleen voor deze
gevallen moet de draad 30 cm van elke rand van de
smalle doorgang worden geïnstalleerd, zodat er 30 cm
tussen elke draad mogelijk is. Zie gazonconcept F.
Zorg ervoor dat er aan de achterkant van het
oplaadstation 30 cm rechte draad is en 15 cm in een
hoek van 45 cm om de hoek af te bakenen.
15 cm
8. Bevestig de kabelconnector aan het einde van de
begrenzingsdraad. Zet de connector vast met een
tang en breek de plastic huls van de draad. Knip de
overtollige lengte van de draad af.
1
9. Sluit de begrenzingsdraad aan op de vrije klem van het
oplaadstation. Leid de draad langs de draadgeleider
om de draad vast te zetten.
1
2
3
2