Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Zones En Smalle Doorgangen; Hellingen; Rijrichting Van De Maaier; Het Installeren En Aansluiten Van Oplaadstation En Begrenzingsdraad - Ryobi ROBOYAGI RY36LMRX Vertaling Van De Originele Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

ZONES EN SMALLE DOORGANGEN

Als een gazon wordt gesplitst in zones met smalle
doorgangen, moet de grensdraad op 30 cm van elke rand
van de smalle doorgang worden gelegd, zodat er minimaal
30 cm tussen elke draad zit. De nauwe doorgang moet een
breedte van minimaal 90 cm hebben.
Het variabele startpunt van de maaier zorgt ervoor dat de
maaier in elk van deze zones kan werken.

HELLINGEN

De begrenzingskabel mag niet langs of over een helling
van meer dan 20° worden aangelegd. Indien ROBOYAGI
op een helling van meer dan 20° werkt, bestaat er een
risico op wielslip en controleverlies, met een waarschuwing
als gevolg.
Gebruik de meegeleverde pop-out-hellingsgids of een
digitale niveau-app op een smartphone om de helling
binnen uw gazon te meten.
Er moet een vlakke ondergrond zijn met een breedte van
ten minste 70 cm aan de onderkant van een helling, zodat
de maaier kan stoppen en draaien als dat nodig is.

RIJRICHTING VAN DE MAAIER

De maaier kan met de klok mee (rechtsom) of tegen de
klok in (linksom) rijden wanneer deze, de begrenzingskabel
volgend, terugkeert naar het oplaadstation.
De
aansluiting
van
het
begrenzingsdraad is afhankelijk van de gewenste rijrichting
van de maaier. Sluit wanneer het draadconcept volledig
is aangelegd elke begrenzingsdraad aan op de juiste
aansluiting van het oplaadstation.
oplaadstation
en
de
CW
T1
T2
HET INSTALLEREN EN AANSLUITEN VAN
OPLAADSTATION EN BEGRENZINGSDRAAD
Plan de positie en plaatsing van het oplaadstation en de
begrenzingsdraad, alvorens met de installatie te beginnen.
Zie het hoofdstuk "Installatiecontroles uitvoeren" voor meer
informatie.
1. Plaats het oplaadstation op een vlak terrein dat
eenvoudig toegankelijk is voor een stopcontact.
2. Leid de begrenzingskabel door het kanaal onder
het laadkussen. Meet 50 cm draadlengte vanaf de
achterzijde van het oplaadstation.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de begrenzingsdraad
recht is en in het kanaal zit.
3. Bevestig de kabelconnector aan het einde van de
begrenzingsdraad. Zet de connector vast met een
tang en breek de plastic huls van de draad. Knip de
overtollige lengte van de draad af.
NL
RU
CCW
PL
HU
CS
T1
T2
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave