Figuur 4
1. Elektrische kap
2. Regelaar
3. Regelaansluiting
5. Koppel de achterste sleutelstartkabelboom aan op de
kabelboom van het voertuig (Figuur 4).
6. Leid de achterste sleutelstartkabelboom langs het frame
met de bestaande bekabeling naar voren tot de motor.
Zorg dat de kabelboom tussen het luchtfilter en de
rechterkant van het frame van het voertuig loopt.
4. Achterste
sleutelstartkabelboom
5. Hoofdkabelboom
7. Zoek de motorontstekingsmodule aan de onderkant
van het motordeksel (Figuur 5). Deze bevindt zich aan
de voorkant van de motor.
1. Motordeksel
2. Zwarte aarding met
ringaansluiting
8. Verwijder de kogelaansluiting van de grijze draad die
van de motorontstekingsmodule komt en koppel de
aansluiting aan op de connector aan het uiteinde van
de achterste sleutelstartkabelboom die u naar voren
hebt geleid.
9. Omwikkel het uiteinde van de grijze draad met tape.
Deze draad zal los blijven en de tape voorkomt dat hij
aardt.
10. Monteer de stationairschroef en de veer op de
carburator aan de gashendel zoals in Figuur 6.
1. Gashendel
2. Veer
3. Stationairschroef
4
Figuur 5
3. Motorontstekingsmodule
Figuur 6
4. Carburator
5. Motordeksel