Aan de slag
16
■
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene
aan/uit-lampje op de monitor brandt.
■
Kijk of er lampjes knipperen aan de voorkant van de computer.
Deze knipperende lampjes geven foutcodes aan, waarmee u een
diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg appendix A in
de handleiding Problemen oplossen op de documentatie-cd
Documentation Library voor meer informatie.
■
Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als het
scherm donker is.
■
Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u
een geluidssignaal hoort, werkt het toetsenbord.
■
Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn
aangesloten.
■
Activeer de computer door op een willekeurige toets op het
toetsenbord te drukken of door de aan/uit-knop in te drukken. Als
het systeem in de standbystand blijft, schakelt u de computer uit
door de aan/uit-knop gedurende ten minste vier seconden ingedrukt
te houden. Vervolgens drukt u nogmaals op de aan/uit-knop om
de computer opnieuw te starten. Als het systeem niet uitgeschakeld
kan worden, verwijdert u het netsnoer. Na enkele seconden sluit
u het netsnoer vervolgens opnieuw aan. Als de computer niet
automatisch opnieuw start, drukt u de aan/uit-knop in om de
computer te starten.
■
Configureer de computer opnieuw nadat u een uitbreidingskaart
of een andere optie heeft geïnstalleerd die niet Plug and play is.
Zie "Problemen bij de installatie van hardware oplossen" voor
meer informatie.
■
Controleer of alle noodzakelijke stuurprogramma's zijn geïnstalleerd.
Als er bijvoorbeeld een printer is aangesloten, moet u een
printerstuurprogramma installeren.
■
Verwijder alle diskettes uit de computer voordat u het systeem
inschakelt.
■
Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het besturings-
systeem dat in de fabriek is geïnstalleerd, controleert u of dit
wordt ondersteund door uw systeem.
www.hp.com