Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nokia N97 mini Gebruikershandleiding pagina 75

Verberg thumbnails Zie ook voor N97 mini:
Inhoudsopgave

Advertenties

Normaal
als uw wachtwoord indien mogelijk gecodeerd
moet worden verzonden.
Homepage — Voer het internetadres of het adres van de
multimediaberichtencentrale in, afhankelijk van het
toegangspunt dat u instelt.
Toegangspunt gebruiken — Selecteer
bevestiging
als u wilt dat het apparaat om bevestiging
vraagt voordat de verbinding via dit toegangspunt wordt
gemaakt, of
Automatisch
de bestemming verbindt door dit toegangspunt
automatisch te gebruiken.
Selecteer
Opties
Geavanc. instellingen
>
de volgende opties:
Netwerktype — Selecteer het internetprotocoltype voor
het overbrengen van gegevens naar en van uw apparaat.
De overige instellingen zijn afhankelijk van het
geselecteerde netwerktype.
IP-adres telefoon (alleen voor IPv4) — Voer het IP-adres
van het apparaat in.
DNS-adressen — Voer de IP-adressen van de primaire en
secundaire DNS-servers in (indien vereist voor de
serviceprovider). Neem voor deze adressen contact op met
uw internetprovider.
Proxyserveradres — Voer het adres van de proxyserver
in.
Proxypoortnummer — Voer het poortnummer van de
proxyserver in.
WLAN-internettoegangspunten
Selecteer
Menu
Instellingen
>
Bestemmingen
> Toegangspunt, en volg de instructies.
Na
als u wilt dat het apparaat met
en kies een van
en
Connectiviteit
Als u de instellingen van een draadloos LAN-toegangspunt
(WLAN) wilt bewerken, opent u een van de groepen met
toegangspunten en selecteert u een toegangspunt dat is
gemarkeerd met
Volg de instructies van de WLAN-serviceprovider.
Selecteer een van de volgende opties:
WLAN-netwerknaam — Selecteer
opgeven
of
Netwerken
netwerk selecteert, worden de WLAN-netwerkmodus en
WLAN-beveiligingsmodus bepaald aan de hand van de
instellingen van het toegangspuntapparaat.
Netwerkstatus — Hiermee geeft u aan of de naam van
het netwerk wordt weergegeven.
WLAN-netwerkmodus — Selecteer
hocnetwerk wilt maken en apparaten rechtstreeks
gegevens moeten kunnen verzenden en ontvangen. Een
WLAN-toegangspunt is niet nodig. In een ad-hocnetwerk
moeten alle apparaten dezelfde WLAN-netwerknaam
gebruiken.
WLAN-beveiligingsmodus — Selecteer de gebruikte
codering: WEP,
WPA2 zijn niet beschikbaar voor ad hoc netwerken). Als u
Open netwerk
functies WEP, 802.1x en WPA kunnen alleen worden
gebruikt als het netwerk deze ondersteunt.
Homepage — Voer het webadres van de startpagina in.
Toegangspunt gebruiken — Stel het apparaat zo in dat
er automatisch of na bevestiging een verbinding wordt
>
gemaakt met dit toegangspunt.
De beschikbare opties kunnen verschillen.
.
Handmatig
zoeken. Als u een bestaand
Ad-hoc
802.1x ofWPA/WPA2
(802.1x en WPA/
kiest, wordt geen codering gebruikt. De
als u een ad-
75

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave