1
Sym-toets. Als u speciale tekens wilt invoegen die
niet op het toetsenbord worden weergegeven, drukt
u eenmaal op de sym-toets en selecteert u het
gewenste teken in de tabel.
2
Functie-toets. Als u speciale tekens op de bovenkant
van de toetsen wilt invoegen, houdt u de functietoets
ingedrukt en vervolgens drukt u op de desbetreffende
lettertoets, of u drukt alleen op de lettertoets en u
houdt deze ingedrukt. Als u verscheidene speciale
tekens na elkaar wilt invoegen, drukt u tweemaal snel
op de functietoets en vervolgens drukt u op de
gewenste lettertoetsen. Als u terug wilt gaan naar de
normale modus, drukt u eenmaal op de functietoets.
3
Shift-toets. Als u wilt schakelen tussen de modus voor
hoofdletters en de modus voor kleine letters, drukt u
tweemaal op de shift-toets. Als u één hoofdletter wilt
invoeren in de modus voor kleine letters of als u één
kleine letter wilt invoeren in de modus voor
hoofdletters, drukt u eenmaal op de shift-toets en
vervolgens drukt u op de gewenste lettertoets.
4
Spatie-toets
5
Pijltoetsen. Als u naar boven, naar beneden, naar
links of naar rechts wilt gaan, gebruikt u de
pijltoetsen.
6
Enter-toets
7
Backspace-toets. Als u een teken wilt verwijderen,
drukt u op de backspace-toets. Als u meerdere tekens
wilt verwijderen, drukt u op de backspace-toets en
houdt u deze ingedrukt.
Letters invoegen die niet op het toetsenbord worden
weergegeven
Het is mogelijk om variaties van letters in te voegen,
bijvoorbeeld letters met accenten. Als u á wilt invoegen,
drukt u op de sym-toets en houdt u deze ingedrukt, en
tegelijkertijd drukt u herhaaldelijk op de lettertoets A
totdat het gewenste teken wordt weergegeven. De
volgorde en beschikbaarheid van letters is afhankelijk van
de geselecteerde schrijftaal.
Aanraakinvoer
Handschrift
Als u de handschriftmodus wilt inschakelen, tikt u op
en Handschrift.
Schrijf leesbare blokletters in het gebied voor tekstinvoer
en gebruik spaties tussen de tekens.
Als u het apparaat uw handschrift wilt leren, tikt u op
en Handschrifttraining.
Als u letters en getallen (standaardmodus) wilt invoeren,
schrijft u woorden zoals u dat normaal zou doen. Als u de
getallenmodus wilt selecteren, tikt u op
rechterdeelvenster van het invoergebied. Als u niet-
in het
23