Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemeenheden Over De Elektrische Aansluitingen - Atlantic Alfea Excellia A.I. Installatiehandleiding

Lucht/water
Inhoudsopgave

Advertenties

■ Elektrische aansluitingen
• Voor iedere tussenkomst dient de elektrische
voeding uitgeschakeld te worden.
• Karakteristiek van de elektrische voeding
De elektrische aansluiting moet uitgevoerd worden
volgens de toepasselijke voorschriften.
De elektrische aansluitingen zullen uitgevoerd
worden wanneer alle andere montageoperaties
uitgevoerd zijn (vasthechten, aansluiten,....enz.).
Opgelet !
Het contract met de energieleverancier moet niet
alleen het vermogen van de WP dekken, maar
ook de som van de vermogens van alle toestellen
die gelijktijdig zouden kunnen werken. Wanneer
het vermogen onvoldoende is, moet bij uw
energieleverancier de waarde van het vermogen in
het gesloten contract gecontroleerd worden.
Gebruik nooit een stopcontact voor de voeding.
De WP moet rechtstreeks worden gevoed (zonder
externe schakelaar) via speciale leidingen die
aan het elektriciteitsbord beschermd worden door
tweepolige uitschakelautomaten die toegewezen
zijn aan de WP : Curve C voor de buitenunit, curve C
voor de elektrische hulptoestellen voor verwarming
en sanitair (zie tabellen
bladzijde
Het is verplicht om de elektrische installatie uit te
rusten met een diff erentieelschakelaar van 30 mA.
Dit toestel is voorzien om te werken onder een
nominale spanning van 230 V, +/- 10%, 50 Hz.
• Algemeenheden
over
aansluitingen
Het is noodzakelijk de polariteit faze-neutraal te
eerbiedigen bij gelegenheid van de elektrische
aansluiting.
Stijve draad geniet altijd de voorkeur voor vaste
installaties, meer bepaald in gebouwen.
De kabels met de draadklemmen vastdraaien, om
iedere toevallige uitschakeling te vermijden.
Een doorlopende aarding is verplicht.
• Draadklemmen
Om het juiste behoud van de voedingskabels
(laagspanning) en sondes (zeer laagspanning) te
garanderen, is het van essentieel belang dat de
kabelwartels volgens de volgende aanbevelingen
worden aangedraaid:
kabel-
Kabeldiameter
wartelgrootte
(mm)
(PE)
(mm)
PG7
1 tot 5
PG9
1.5 tot 6
PG16
5 tot 12
35).
de
elektrische
Aanhaal-
Aandraai-
moment PE
moment
(borgmoer)
dopmoer
(N.m)
(N.m)
1.3
1
3.3
2.6
4.3
2.6
• Aansluiting op klemmenstroken met schroeven
Gebruik van krimpkous of wago is verboden.
- Kies altijd een stijve draad die voldoet aan de
geldende normen.
- Ontbloot het uiteinde van de draad over ongeveer
25 mm.
- Maak met een tang met ronde uiteinden een
lus met een diameter die overeenkomt met de
spanschroeven van de klemmenstrook.
- Draai de schroef van de klemmenstrook zeer
stevig aan op de uitgevoerde lus. Indien ze niet
volledig vastgedraaid zijn, kan dit tot opwarming
leiden, hetgeen aanleiding kan geven tot storingen
of zelfs brand.
Stijve draad
Lus
25 mm
Klemmenstrook
• Aansluiting op de regelkaarten
- Verwijder de overeenkomstige connector en voer
de aansluiting uit.
Connector voorbekabelde bundel en/of schroefconnector
• Aansluiting op de veerklemmen
- Ontbloot het uiteinde van de draad over ongeveer
12 mm.
- Duw met een schroevendraaier op de veer zodat
de draad in de kooi dringt.
- Schuif de draad in de daartoe voorziene opening.
- Trek de schroevendraaier terug en controleer of
de draad vastgeklemd blijft in de kooi door eraan
te trekken.
1
3
krimpkous is
verboden
Schroef en
speciale
onderlegring
3
1
2
4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave