6.15 Parameterinstelling
De automatische focimeter heeft de functie om elke parameter van het instrument te wijzigen
volgens de behoeften en voorkeuren van de klant.
6.15.1 Snelkoppeling meetinterface instellen
Er zijn allerlei snelkoppelingsparameterinstellingen voor veelgebruikte parameters op de
meetinterface.
Hieronder staan gedetailleerde beschrijvingen:
Kies
stapindicatie,
elke
druk
verandert
de
stap
in
de
volgende
volgorde:
。
Er zijn in totaal 7 veelgebruikte snelkoppelingsinstellingen die op dezelfde manier werken:
stapinstelling, prisma-indicatie-instelling, leesmodusinstelling, rechter- of linkerlensinstelling en
aanvullende functiemodusinstelling.
Ze komen overeen met "Step", "Prisma-indicatie", "Cilinderindicatie", "Lezen", "Meetmodi",
"R/L-lens" en "Functiemodi" in "Lens", "Display" en "Systeem" pagina's in parametertabel.
6.15.2 Instelling parametertabel
Elke parameterinstellingsmethode wordt hieronder beschreven:
a. Kies de benodigde waarde in het parameteritem.
b. Wijziging opslaan, druk op
, het keert terug naar de meetinterface en de wijziging
wordt opgeslagen.
c. Stop wijziging, druk op
, het keert terug naar de meetmodus en de wijziging wordt
niet opgeslagen.
31