3.3 Voornaamste componenten
4
1. Bedieningspaneel
2. Beveiligingsautomaat
De volgorde van de ontsteking van en het toezicht op de brander
wordt verzorgd door de beveiligingsautomaat.
Type RV 00 541 400 00
3. Multiblok gas: Veiligheidsklep + Gasklep (Gedragswijze 2)
4. Ontstekingsklep
5. Ontstekingsbrander
6. Vlamkijker
7. Ionisatiesonde
Deze detecteert d.m.v. ionisatie de aanwezigheid van de
brandervlam
8
1
30
°C
6
6
0
I
2
10
9
6
8. Ontstekingselektrode
9. Pressostaat minimum gas
Minimale druk bij de versie van 20 mbar: 12.5 mbar
Minimale druk bij de versie van 300 mbar: 150 mbar
10. Ontstekingstransformator
J. Pressostaat maximum gas met handbediende reset (Uitsluitend
versie 300 mbar)
deze schakelt de ketel uit bij een incidentele verhoging van de
voedingsdruk. Druk voor het opnieuw starten van de ketel op de
resetknop.
GSR 330 N
8
5
J
3
27/09/07 - 94858282 - 8514-4075D
7