Ga als volgt te werk voor de programmering:
• Schakel de zender in indien dit nog niet is gebeurd.
• Schakel de rijregelaar uit ("OFF").
• Houd de set-uptoets naast de aan-/uitschakelaar ingedrukt en schakel daarna de rijregelaar in. De motor geeft een
korte pieptoon weer en beide LED's aan de rijregelaar knipperen tegelijk 1x kort. Houd de set-uptoets opnieuw
ingedrukt en laat deze niet los.
• Na ongeveer 3 seconden geeft de motor twee lange geluidssignalen weer ("Di-Du") en beide LED's op de rijregelaar
knipperen tegelijk 2x kort.
Laat nu de setup-toets weer los. Vervolgens activeert de rijregelaar de programmeermodus.
• Nu knippert de groene LED. De knippersignalen van de groene LED geven weer welke instelfuncties (1...10) zijn
geselecteerd. Let daartoe op de tabel op de volgende bladzijde.
• Wanneer de gewenste instelfunctie wordt weergegeven die u wilt veranderen (vb. functie #8 = onderspanningsbe-
scherming, groene LED knippert 1x lang + 3x kort, de motor geeft een lange en 3 korte geluidssignalen weer), dan
drukt u kort op de set-uptoets.
• Nu knippert de rode LED en de motor geeft pieptonen weer. Het aantal knippersignalen van de rode LED en de
geluidssignalen geven daarbij weer welke instelwaarde actief is (vb. functie #3 = remkracht, 1x knippersignaal/
geluidssignaal = 25%, 2x knippersignalen/geluidssignaal = 50%, 3x knippersignaal/geluidssignaal = 75%, 4x knip-
persignaal/geluidssignaal = 100%).
• Als de gewenste instelwaarde word weergegeven (per knippersignaal van de rode LED + geluidssignaal van de
motor, vb. functie #3 = remkracht, 1x knippersignaal/geluidssignaal = 25%), dan drukt u kort op de set-uptoets. De
instelwaarde is nu opgeslagen.
• De rijregelaar bevindt zich vervolgens opnieuw in de keuze van de functies (dit wordt aangegeven door de knip-
persignalen van de groene LED en de geluidssignalen van de motor).
U kunt nu een bijkomende functie (1...10), zoals hierboven beschreven, kiezen en dan de respectievelijke instel-
waarden veranderen.
• Om de programmering te beëindigen en de instellingen op te slaan, houdt u de set-uptoetsen gedurende 3 secon-
den ingedrukt. De motor geeft twee lange geluidssignalen weer ("Di-Du") en beide LED's knipperen tegelijk 2x. De
rijregelaar slaat nu alle instellingen op.
Vervolgens geeft de motor nogmaals een lang geluidssignaal weer en beide LED's knipperen tegelijk 1x. Het op-
slaan is voltooid.
Laat nu de setup-toets weer los.
• Schakel de rijregelaar uit en na een paar seconden opnieuw in. De rijregelaar is nu met nieuw geprogrammeerde
instellingen bedrijfsklaar.
116