g) Rijregelaar inschakelen
Schakel de rijregelaar in door de schuifschakelaar (zie afbeelding in hoofdstuk 9. f) in de stand "ON" te zetten. Wacht
dan een paar seconden (gas-/remhendel op de zender in de neutrale stand laten, niet bewegen) tot de rijregelaar zijn
zelftest afgesloten heeft.
Bij het inschakelen licht de rode en groene LED kort tegelijk op en de motor geeft een pieptoon weer (de
pieptoon wordt door een korte aansturing van de motor door de rijregelaar opgewekt).
Vervolgens lichten kort na elkaar de groene LED, rode LED en opnieuw de groene LED op. Daarbij weer-
klinkt een melodie "Di-Be-Du" van de motor.
Als de rijregelaar andere knipper- of geluidssignalen weergeeft, neemt u hoofdstuk 10. d) in acht.
Controleer nu de aandrijf- en stuurfuncties van het voertuig.
h) Carrosserie opzetten en bevestigen
Plaats nu de carrosserie op de houders en beveilig deze met de in het begin verwijderde borgclips.
111