Handleiding MGB-L1...AR.-... / MGB-L2...AR.-... en MGB-L1...AP.-... / MGB-L2...AP.-...
Klem
Aanduiding
X3.1 tot X3.3
-
X3.4
UA
X3.5
0V
X3.6
-
X3.7
IMP
X3.8
IMM
X4.1
FI1A
X4.2
FI1B
X4.3
-
X4.4
FO1A
X4.5
FO1B
X4.6
RST
X5.1
OD
X5.2
OT
X5.3
OL
X5.4
OI
X5.5
0V
X5.6
UB
X2.1 tot X2.8
-
X1
-
4.2 Opstelling van de aansluitingen en
beschrijving van de contacten
Afbeelding 16: Aansluitingen en led-indicatoren
Beschrijving
zie meegeleverde gegevensblad
De grendelmagneet, signaaluitgangen en dekseluitrusting moeten permanent gevoed worden met DC 24 V om de grendel-
magneet te laten werken.
Massa, DC 0 V (intern verbonden met X5.5).
zie meegeleverde gegevensblad
Besturingsspanning voor het in- en uitschakelen van de grendel, DC 24 V
Bij gebruik van een veilig besturingssysteem Extra besturingsingang voor het in- en uitschakelen van de
grendel, 0 V (zie paragraaf Aansluiten op veilige besturingssystemen, pagina 24). Normaal gezien niet vereist.
Bij AR-confi guratie: Vrijgave-ingang voor kanaal A, bij alleenstaand gebruik op DC 24 V zetten. Bij schakelaarketen
uitgangssignaal FO1A van het voorgaande onderdeel aansluiten.
Bij AP-confi guratie: Ingang wordt niet geanalyseerd.
Bij AR-confi guratie: Vrijgave-ingang voor kanaal B, bij alleenstaand gebruik op DC 24 V zetten. Bij schakelaarketen
uitgangssignaal FO1A van het voorafgaande onderdeel aansluiten.
Bij AP-confi guratie: Ingang wordt niet geanalyseerd.
zie meegeleverde gegevensblad
Veiligheidsuitgang kanaal A (functie hangt af van de DIP-schakelaarinstelling)
Grendelbewaking actief: AAN wanneer de deur gesloten en vergrendeld is.
Grendelbewaking inactief: AAN wanneer de deur gesloten en de vergrendelingspal ingeschoven is.
Veiligheidsuitgang kanaal B (functie hangt af van de DIP-schakelaarinstelling)
Grendelbewaking actief: AAN wanneer de deur gesloten en vergrendeld is.
Grendelbewaking inactief: AAN wanneer de deur gesloten en de vergrendelingspal ingeschoven is.
Resetingang, apparaat wordt gereset, wanneer op RST gedurende minstens 3 s DC 24 V staat.
Signaaluitgang deur,
AAN wanneer de deur gesloten is.
Signaaluitgang vergrendelingspal,
AAN wanneer de deur gesloten is en de vergrendelingspal in de grendelmodule is geschoven.
Signaaluitgang grendel,
AAN wanneer de deur gesloten en vergrendeld is.
Signaaluitgang diagnose,
AAN wanneer het apparaat in een fouttoestand staat.
Massa, DC 0 V
(intern verbonden met X3.5).
Voeding, DC 24 V
zie meegeleverde gegevensblad
voorbehouden voor aansluiting van de dekplaat (alleen bij uitgeruste deksels)
Tabel 1: Opstelling van de aansluitingen en beschrijving van de contacten
X1
X2
X5
25
X3
LED
Lock
DIA
State
Power
X4
oude aanduiding
-
U
A
0V
M
-
U
CM
-
I
A
I
B
-
O
A
O
B
RST
O1
O2
O3
O4
0V
U
B
-
-
ye
rd
gn
gn