Handleiding MGB-L1...AR.-... / MGB-L2...AR.-... en MGB-L1...AP.-... / MGB-L2...AP.-...
Belangrijk!
Als het apparaat na installatie van de voedingsspanning niet functioneert (bv.
groene Power-led brandt niet), moet de veiligheidsschakelaar geretourneerd
worden naar de fabrikant.
Om de opgegeven beschermingsgraad te garanderen moeten de schroeven
van het deksel aangedraaid worden met een koppel van 1 Nm.
Draai de schroeven voor het deksel van de hulpontgrendeling aan met 0,5
Nm.
6.1 Veiligheid bij storingen
Bedrijfsspanning UB is beveiligd tegen omgekeerde polariteit.
Contacten FI1A/FI1B en FO1A/FO1B zijn kortsluitbestendig.
Kortsluitingen tussen FI1A en FI1B of FO1A en FO1B worden door het apparaat
gedetecteerd.
Kortsluitingen kunnen uitgesloten worden door een beschermde bekabeling.
6.2 Beveiliging van de voeding
De voeding moet beveiligd worden afhankelijk van het aantal apparaten en de stroom
die nodig is voor de uitgangen. De volgende regels zijn daarbij van toepassing:
Max. stroomopname van een individueel apparaat I
I
=
I
max
UB
I
=
Bedrijfsstroom apparaat (80 mA)
UB
I
=
Belastingsstroom signaaluitgangen OD,OT, OL en OI
UA
(4 x max. 50 mA) + magneet + bedienelementen
I
=
Belastingsstroom veiligheidsuitgangen FO1A + FO1B
FO1A+FO1B
(2 x max. 200 mA)
Maximale stroomopname van een schakelaarketen Σ I
AR
Σ I
=
I
max
FO1A+FO1B
n
=
Aantal aangesloten apparaten
Toewijzing van de stromen naar de zekeringskringen
Voeding
I
UB
I
FO1A+FO1B
I
UA
+ I
+ I
UA
FO1A+FO1B
+ n x (I
+ I
)
UB
UA
Zekeringskring F1
80 mA
(2 x max. 200 mA)
19
max
max
Zekeringskring F2
I
= 350 mA
Magneet
I
= (4 x max. 50 mA)
OD,OT,OL,OI
I
= max. 100 mA
Bedieningselementen
(per bedieningselement)
I
= max. 5 mA
Indicatorelementen
(per indicatorelement)