Servicehandboek ITRONIC Afwasmachines
3.3 Instelling van de wateronthardingsinstallatie
De instelling van de wateronthardingsinstallatie gebeurt m.b.v. de 5 programmakeuzetoetsen. Elke
toets komt met een in de microprocessor opgeslagen regeneratiestand overeen.
Overeenstemming regeneratiestand/programmatoets
Regeneratiestand
1
2
3
4
5
Keuze van de REGENERATIESTAND
Belangrijk: De keuze van de regeneratiestand is alleen
in de programma-instelfase mogelijk (voor het begin van
een afwasprogramma).
Bij geopende deur: het apparaat in de programma-instel-
fase brengen.
Apparaat inschakelen
Eventueel op de AAN/UIT-toets drukken.
De programmatoetsen (3 + 5) NORMAAL + KORT
gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden (5 sec.) tot
de weergave-LED van het INTENSIEF-programma
(2) knippert.
Om de regeneratiestand te wijzigen (binnen 5 sec.)
op de programmatoets drukken die met de gewenste
stand overeenkomt (bijv. voor regeneratiestand 4 op
de SPAAR/BIO-toets drukken).
Het knipperen van de overeenkomstige LED toont
aan dat de nieuwe waarde is ingesteld.
5 sec. na het laatste indrukken van een toets wordt
de nieuwe instelling opgeslagen en het apparaat
keert automatisch in de programma-instelfase terug.
Uitsluitend voor intern gebruik
Programmatoets
VOORSPOELEN
INTENSIEF
NORMAAL
SPAAR/BIO
KORT
Stand
°F (°TH)
1*
0 - 14
2*
15 - 39
3*
40 - 50
4*
51 - 70
5*
71 - 90
* De afwasmachine is bij levering op stand 2
ingesteld.
Intensief
Voorspoelen
Normaal
Spaar/Bio
Spaar/Bio
13
°D (°dh)
0 - 7
8 - 21
22 - 28
29 - 39
40 - 50
Kort