1. Adresseer de fotocellen BUS 2easy door de vier
DIP-switches op zowel de zender als op de over-
eenkomstige ontvanger in te stellen.
i
De zender en de ontvanger van een stel fotocellen
moeten dezelfde setting als de DIP-switches hebben.
Er moeten geen twee of meerdere stellen fotocellen
met dezelfde DIP switch zijn. De aanwezigheid van
meer stellen met hetzelfde adres veroorzaakt een
fout op de kaart (conflict).
2. Registreer de fotocellen BUS 2easy (zie de betref-
fende paragraaf).
3. Controleer de voorzieningen BUS 2easy (zie de
betreffende paragraaf) en controleer de werking
van de automatisering in overeenstemming met
het type fotocel dat is geïnstalleerd.
5 Adressering Fotocellen
Legenda: 0=OFF , 1=ON
1 0 0 0
1 0 0 1
1 0 1 0
FSW CL
1 0 1 1
1 1 0 0
1 1 1 0
0 0 0 0
0 0 0 1
0 0 1 0
FSW OP
0 0 1 1
0 1 1 1
0 1 0 0
FSW OP/CL
0 1 0 1
1 1 1 1
OPEN
SCHAKELLIJSTEN BUS 2EASY
!
Als er voor de beveiliging van een risico een schakel-
lijst wordt gebruikt, moet deze voldoen aan de norm
EN 12978.
Type gebruik:
CL EDGE Schakellijst actief tijdens sluiting
OP EDGE Schakellijst actief tijdens opening
De activering van een schakellijst veroorzaakt de
omkering van de beweging, als volgt:
E045S
ON
1 2 3 4
- volledig in geval van programmering iP = nee
- gedeeltelijk (2 s) in geval van programmering iP = Y
1. Adresseer de elektronica van de voorziening door
de vier DIP-schakelaars in te stellen.
i
Er mogen geen voorzieningen met dezelfde DIP-
switch zijn. De aanwezigheid van meer voorzieningen
met hetzelfde adres veroorzaakt een fout op de kaart
(conflict).
2. Registreer de voorzieningen (zie de betreffende
paragraaf).
3. Controleer de voorzieningen BUS 2easy (zie de
betreffende paragraaf ) en de correcte werking
van de schakellijsten. Activeer tijdens de beweg-
ing van de poort de schakellijst met een obstakel
en controleer de werking van de automatisering
in overeenstemming met het type schakellijst dat
is geïnstalleerd.
6 Adressering Schakellijsten
Legenda: 0=OFF , 1=ON
1 1 0 1
CL EDGE
0 1 1 0
OP EDGE
ENCODER BUS 2EASY
1. Sluit de encoderkabels aan op het 2EASY ( 4 ,
5 )-klemmenbord.
2. Voed de kaart en controleer bij gesloten vleugel
de leds op elke encoder:
DL1 aan = encoder ingeschakeld
DL2 aan = encoder aangesloten op MOTOR1
DL2 uit = encoder aangesloten op MOTOR2
i
Voor elke encoder die niet op de juiste vleugel is
aangesloten, moet de stroomvoorziening tijdelijk
worden onderbroken en moeten de 2 draden op het
2EASY-klemmenbord worden omgedraaid.
3. Registreer de voorzieningen (zie de betreffende
paragraaf).
4. Controleer de voorzieningen BUS 2easy (zie de
betreffende paragraaf).
18
ON
1 2 3 4
532373 - Rev.B