Inhoudsopgave
Advertenties
7.1.7
Pompwisseling
7.1.8
Reservepomp
7.1.9
Watergebrekniveau (droogloopbe-
veiliging)
7.1.10
Werking met defecte druksensor
(alleen EC-rF)
7.1.11
Pomp-kick (cyclische testloop)
7.1.12
Bescherming tegen verkalking
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Control EC-Rain • Ed.01/2024-07
•
De installatie werkt normaal verder (fabrieksinstelling: cont). De foutcode wordt op de
LC-display weergegeven. Het alarm wordt bij overschrijding van de drukdrempel auto-
matisch met een korte vertraging bevestigd.
•
De installatie activeert een alarm (instelling: off) en alle pompen worden uitgeschakeld.
De foutcode wordt op de LC-display weergegeven en de rode led brandt. De uitgang
voor de verzamelstoringsmelding (SSM) wordt geactiveerd. Het alarm moet handmatig
worden bevestigd.
Om ongelijkmatige looptijden van de afzonderlijke pompen te voorkomen wordt de basis-
lastpomp bij twee pompen regelmatig gewisseld. Wanneer alle pompen zijn uitgeschakeld,
verandert de basislastpomp bij een volgende keer opstarten.
Af fabriek is aanvullend een cyclische pompwisseling ingebouwd. Daardoor wordt de basis-
lastpomp om de 6 uur gewisseld. LET OP! Functie deactiveren: Menu 5.60!
Bij een installatie met twee pompen kan één pomp worden gebruikt als reservepomp. Deze
pomp wordt in het normaal bedrijf niet aangestuurd. De reservepomp is alleen actief als een
pomp wegens storing uitvalt. De reservepomp staat onder stilstandbewaking. Zodoende
wordt de reservepomp ook bij de pompwisseling en pomp-kick geactiveerd.
Het waterniveau in het regenwaterreservoir, aan de drukuitlaatzijde (EC-rF, optioneel) of in
het reservoir wordt bewaakt en doorgegeven aan de schakelkast.
Neem het volgende in acht:
•
Watergebrek regenwaterreservoir: De voedingspomp(en) zijn uitgeschakeld (alleen EC-
rh), de ventielen zijn ingesteld op verswaterbedrijf (alleen EC-rF). Er volgt geen foutmel-
ding, er wordt slechts een droogloopteller opgehoogd.
•
Droogloop drukuitlaatzijde (EC-rF): De drukverhogingspompen worden gestopt, er gaat
een droogloopalarm af en de droogloopuitlaat wordt geopend.
•
Watergebrek hybride container (EC-rh): De verswaterventielen worden geopend, een
droogloopalarm wordt geactiveerd en het contact voor de droogloopuitgang voor de
drukverhogingspompen wordt geopend.
•
Als het contact weer wordt gesloten tijdens de vertragingstijd of als het niveau wordt
overschreden, vindt er geen uitschakeling plaats. Er is geen vertragingstijd voor de
droogloop in het regenwaterreservoir.
•
Herinschakeling: Wanneer het contact weer wordt gesloten of het niveau wordt over-
schreden, start de installatie automatisch.
LET OP! De storing wordt automatisch gereset, maar wordt wel in het foutgeheugen
opgeslagen!
Als de druksensor geen meetwaarde doorgeeft (bijv. door draadbreuk, defecte sensor),
worden alle pompen uitgeschakeld. Verder brandt de rode storingsled en wordt de verza-
melstoringsmelding geactiveerd.
Noodbedrijf
Om in geval van storingen de watervoorziening veilig te stellen, kan een noodbedrijf wor-
den ingesteld. Het ingestelde aantal pompen wordt dan permanent gestart:
•
Menu 5.45
•
Aantal actieve pompen
Ter voorkoming van langere stilstandtijden van de vrijgegeven pompen is er af fabriek een
cyclische testloop (pomp-kick-functie) ingebouwd. LET OP! Functie deactiveren: Menu
5.40!
Neem voor de werking van de functie de volgende menupunten in acht:
•
Menu 5.41: Pomp-kick bij "Extern OFF" toegestaan
Als de pompen via "Extern OFF" uitgeschakeld worden, testloop starten?
•
Menu 5.42: Pomp-kick-interval
Tijdsinterval waarna een testloop uitgevoerd wordt. LET OP! Wanneer alle pompen zijn
uitgeschakeld, gaat het tijdsinterval in!
•
Menu 5.43: Pomp-kick-looptijd
Looptijd van de pompen tijdens de testloop
Om de ventielen functioneel te houden, zelfs na langdurig gebruik met regenwater (menu
5.54), schakelt de installatie de ventielen gedurende een bepaalde tijd over op verswater
(menu 5.75) terwijl de pompen niet draaien om verkalking van de ventielen te voorkomen.
nl
29
Advertenties
Inhoudsopgave
