nl
24 V
Fig. 18: Symbool-overzicht van de aansluitin-
gen
6.5.15
Aansluiting van een indicator van
de werkelijke drukwaarde (EC-rF)
0-10V
p
Fig. 19: Symbool-overzicht van de aansluitin-
gen
6.5.16
Aansluiting indicator werkelijke
waarde vulpeil
0-10V
0-10V
AF400
Fig. 20: Symbool-overzicht van de aansluitin-
gen
20
Er kan een externe alarmmelder (hoorn, knipperlicht enz.) aangesloten worden. De uitgang
wordt parallel aan de verzamelstoringsmelding (SSM) geschakeld.
•
Alarmmelder geschikt voor gelijkspanning.
•
Aangesloten vermogen: 24 V=, max. 4 VA
•
LET OP! Bij de aansluiting op de juiste polariteit letten!
•
Activeer de uitgang in menu 5.67.
Ter plaatse gelegde aansluitkabels door de kabelschroefverbindingen voeren en bevestigen.
Sluit de aders overeenkomstig het aansluitschema op de klemmenstrook aan. Neem het
klemnummer over van het overzicht van de aansluitingen in de afdekking.
VOORZICHTIG
Materiële schade door externe spanning!
Een aangebrachte externe spanning vernielt het onderdeel.
• Sluit geen externe spanning aan (potentiaalvrij aansluiten).
De werkelijke drukwaarde wordt uitgevoerd via een aparte uitgang. Aan de uitgang wordt
een spanning van 0 ... 10 V = afgegeven:
•
0 V = waarde druksensor "0"
•
10 V = druksensor-eindwaarde
Voorbeeld:
–
Meetbereik druksensor: 0 ... 16 bar
–
Weergavebereik: 0 ... 16 bar
–
Indeling: 1 V = 1,6 bar
Ter plaatse gelegde aansluitkabels door de kabelschroefverbindingen voeren en bevestigen.
Sluit de aders overeenkomstig het aansluitschema op de klemmenstrook aan. Neem het
klemnummer over van het overzicht van de aansluitingen in de afdekking.
VOORZICHTIG
Materiële schade door externe spanning!
Een aangebrachte externe spanning vernielt het onderdeel.
• Sluit geen externe spanning aan (potentiaalvrij aansluiten).
Via een afzonderlijke uitgang wordt de werkelijke vulpeilwaarde afgegeven. Aan de uitgang
wordt een spanning van 0 ... 10 V = afgegeven:
•
0 V = waarde niveausensor "0"
•
10 V = eindwaarde niveausensor
Voorbeeld:
–
Meetbereik niveausensor: 0 ... 5 m
–
Weergavebereik: 0 ... 5 m
–
Indeling: 1 V = 0,5 m
Ter plaatse gelegde aansluitkabels door de kabelschroefverbindingen voeren en bevestigen.
Sluit de aders volgens het aansluitschema aan op de klemmenstrook.
Raadpleeg de aansluitnummers in het aansluitingsoverzicht in het deksel.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Control EC-Rain • Ed.01/2024-07