1.
Woord vooraf
WAT TE DOEN IN GEVAL VAN GEVAAR ?
▪
Sluit de brandstoftoevoer af en zet het toestel uit met de hoofdschakelaar of door de noodstop (buiten het ketelhuis).
▪
Gebruik geschikte brandblusapparaten.
▪
Waarneming gasreuk (gastoestellen)
-
Open ramen en deuren en verlucht de betrokken lokalen grondig.
-
Gebruik geen elektronische toestellen (gsm enz.).
-
Steek geen elektrisch contact aan (licht, motor, lift, bel enz.)
-
Steek geen lucifer of aansteker aan, niet roken.
-
Informeer uw gasleverancier of installateur.
VERPAKKING
▪
Verwijder alle verpakkingsmateriaal en controleer of de inhoud intact is.
Bij twijfel het toestel niet gebruiken en de leverancier contacteren. Breng
het verpakkingsmateriaal naar een inzamelpunt.
TOESTEL
▪
Om te kunnen genieten van een feilloze werking, evenals van de
fabrieksgarantie, dient de montage, het gebruik en het onderhoud te
gebeuren volgens de voorschriften in deze handleiding.
▪
Laat het toestel niet bedienen door kinderen of onervaren personen.
▪
Het toestel dient enkel gebruikt te worden waarvoor het ontworpen is.
Elk ander gebruik is gevaarlijk.
▪
De ingestelde minimum- en maximumdebieten van de brander, evenals
alle drukken en temperaturen moeten binnen de limieten vallen die in
deze handleiding zijn opgegeven.
▪
Het is verboden het toestel te wijzigen voor prestatie-doeleinden of
gebruiksdoeleinden niet conform de bestemming.
▪
Het is verboden de componenten te openen en te bewerken, met
uitzondering van de componenten die onderhoud vereisen.
▪
Raak
warme
onderdelen
(rookgascollector en -afvoer, kijkglas, branderonderdelen, enz.) blijven
warm zelfs wanneer de brander al lang gestopt is.
▪
Raak het toestel niet aan met natte handen en blote voeten.
▪
Wanneer het toestel lange tijd niet gebruikt wordt, opent u de elektrische
hoofdschakelaar van de thermische centrale en sluit u de manuele klep
op de brandstoftoevoerleiding.
▪
Het toestel bevat onderdelen met kunstmatige minerale kiezelhoudende
vezels (keramische en glasvezels, glaswol). Voorzie na gebruik een
gepaste afvoer van deze producten volgens de geldende lokale
reglementeringen of breng ze naar een inzamelpunt.
INSTALLATIE EN INSTELLING
▪
De ketel en het verwarmingssysteem mogen enkel door een
professionele installateur of gespecialiseerde firma, die de regels der
vakkundigheid
en
de
geldende
respecteren, geïnstalleerd worden.
KETELHUIS
▪
Het ketelhuis moet afgesloten kunnen worden met een sleutel en moet
openingen naar de buitenlucht hebben conform de geldende normen. Bij
twijfel, meet het CO
-niveau bij maximumdebiet van de brander en de
2
ruimte enkel verlucht door de verbrandingsluchttoevoeropeningen en
open deur. Het CO
–niveau mag niet wijzigen. Wanneer er meerdere
2
ketels in het ketelhuis staan, moet u deze test ook uitvoeren met alle
ketels simultaan in werking.
▪
Belemmer de verluchtingsopeningen van het lokaal niet, noch de
aanzuigopening van de branderventilator, de eventuele luchtpijpen of de
aanzuig- of uitblaasroosters.
▪
Het toestel moet opgesteld worden op een plaats beschermd tegen
regen, sneeuw en vorst.
▪
De ruimte moet proper zijn en vrij van vluchtige stoffen die, aangezogen
door de ventilator, de interne leidingen van de brander of de branderkop
zouden kunnen blokkeren.
▪
De
verbrandingslucht
moet
fluorverbindingen). Bij twijfel moet de kwaliteit van de verbrandingslucht
verzekerd worden door aanzuig van buitenlucht.
ELEKTRISCHE VOEDING
▪
Vertrouw de elektrische aansluiting toe aan gekwalificeerd personeel en
respecteer de geldende reglementeringen op het vlak van elektriciteit.
Controleer of de spanning van het net identiek is aan wat er op de
kenplaat van het toestel en in deze handleiding vermeld staat.
1NO0P0007-F_FL
Varjet 1 - 14
van
het
toestel
niet
aan.
normen
en
reglementeringen
vrij
zijn
van
halogenen
▪
Het toestel moet correct geaard worden, volgens de geldende normen.
Controleer de goede werking, laat bij twijfel nakijken door een expert.
▪
Sluit het toestel op het elektriciteitsnet aan met een stekker die geen
enkele overdracht mogelijk maakt tussen de fases en de nulleider.
Nulleider en fase niet omwisselen.
▪
Installeer een hoofdschakelaar op de thermische centrale zoals
aanbevolen in de geldende normen.
▪
De elektrische installatie, en in het bijzonder de kabelsectie,
aangepast zijn aan het maximaal opgenomen vermogen per toestel,
vermeld op de kenplaat en in deze handleiding.
▪
Bij storing of defect aan een elektrische kabel mag deze enkel
vervangen worden door gekwalificeerd personeel.
▪
Trek niet aan de elektrische kabels en houd ze verwijderd van
warmtebronnen.
BRANDSTOF
▪
Het toestel mag enkel werken met het type brandstof waarvoor het
ontworpen is, aangeduid op de kenplaat.
▪
De druk van de brandstof moet conform de waarden in deze handleiding
zijn.
Deze
▪
De brandstoftoevoerleiding moet correct gedimensionneerd zijn en
uitgerust met alle veiligheids- en controlevoorzieningen volgens de
geldende normen en reglementeringen en volgens de aanwijzingen in de
branderhandleiding. De leiding moet perfect dicht zijn en mag geen
onzuiverheden bevatten bij de installatie.
▪
Huisbrandolie:
-
Bescherm de brandstoftank opdat er geen onzuiverheden
of water kan binnendringen. Houd de tank in de zomer vol
om condens te vermijden.
-
Reinig de tank grondig vooraleer deze met brandstof wordt
gevuld. Vermijd de tank overvol te doen!
-
De tank en de toevoerleiding naar de ketel moeten
beschermd worden tegen vorst.
-
Controleer regelmatig de tank en het brandstofverbruik om
eventuele lekken op tijd op te sporen.
▪
Gas:
-
Controleer bij de inbedrijfstelling en na elke uitschakeling of
er geen lekken zijn in de gasleiding.
STORINGEN
▪
Onderneem bij blokkering van het toestel niet meer dan 2 à 3 pogingen
tot manuele deblokkering. Zet het toestel uit en wend u tot
gekwalificeerd personeel.
▪
Een eventuele herstelling moet uitgevoerd worden door een erkende
dealer/naverkoopdienst en enkel met originele wisselstukken. Het niet
respecteren kan de veiligheid in gevaar brengen.
▪
Storingen en eventuele schade, voortvloeiend uit onaangepast gebruik
of vrijwillige schade doen het recht op garantie vervallen.
ONDERHOUD
▪
Onderhoud moet periodiek, of minstens eenmaal per jaar, door
gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden.
▪
Voor elke interventie aan het toestel schakelt u met de hoofdschakelaar
(chloor,
de
elektriciteitstoevoer
brandstoftoevoer af.
▪
Uitsluitend de onderdelen vermeld in de catalogus van de constructeur
kunnen vervangen worden.
▪
Werkt u aan onderdelen met kunstmatige minerale kiezel-houdende
vezels (keramische en glasvezels, glaswol), draag dan aangepaste
beschermende kledij en een filtermasker.
van
de
installatie
uit
en
moet
u
sluit
de
6