6.4. Hydraulische aansluiting / technische veiligheidsmaatregelen
Respecteer voor de hydraulische aansluiting van de verwarmingsinstallatie en eventuele warmwatertoestellen, in
het bijzonder wat de technische veiligheidsvoorzieningen betreft zoals overdrukventielen, expansievaten, enz.,
de technische regels, evenals de geldende normen en bepalingen in het land van installatie.
Wanneer de ketels opgesteld staan op een verhoging of op het hoogste punt van de verwarmingsinstallatie,
moet u ze uitrusten met extra veiligheidsvoorzieningen (zoals bv. droogloopbeveiliging). Respecteer de
minimale bedrijfsdruk (zie hoofdstuk Erreur ! Source du renvoi introuvable.), evenals de geldende lokale
veiligheidsvoorzieningen.
Bij renovatie moet de bestaande installatie eerst grondig gereinigd worden. Wij adviseren ook van een
slibafscheider gebruik te maken (zie ook paragraaf 'waterkwaliteit').
De maximale bedrijfsdruk van de ketel en de maximale bedrijfstemperatuur vindt u op het kenplaatje van de ketel
en in hoofdstuk Erreur ! Source du renvoi introuvable. van deze handleiding.
De ketel vereist geen minimumwaterdebiet.
Met de hydraulische fitting "2/3 aftakkingen" die met de ketel meegeleverd wordt, kunt u de varjet-ketel
aanpassen aan de hydraulische configuratie van de installatie waardoor de prestaties nog verbeteren. Met deze
hydraulische fitting kunt u de ketel configureren voor een installatie met twee of drie aftakkingen.
6.4.1.
Waterkwaliteit :
Het water dat gebruikt wordt bij de inbedrijfstelling, en tijdens de ganse levensduur van de ketel, moet conform
de volgende waarden zijn:
Vulwater
- Bij het vullen van een nieuwe installatie, of nadat de installatie volledig afgetapt geweest is, moet het vulwater
beantwoorden aan de volgende karakteristieken : TH < 10°f.
Bijvulwater
- Een grote toevoer van onbehandeld water kan aanzienlijke hoeveelheden kalkafzetting veroorzaken waardoor
oververhitting kan ontstaan, wat kan leiden tot uitval van de ketel. Wees hiervoor bijzonder alert en plaats een
watermeter.
Het bijvulwater moet aan de volgende parameter beantwoorden : TH < 1°f.
Leidingwater
Leidingwater kan aan de basis liggen van roestvorming, door de zuurtegraad van het milieu, de aanwezigheid
van zuurstof en de heterogeniteit van de aanwezige metalen. Om dit te vermijden, dient u het leidingwater te
behandelen zodat het aan volgende parameters beantwoordt :
- PH : van 8,3 tot 9,5
- zuurstofreducerend middel : overvloedig
Gebruik de chemische producten uiterst voorzichtig en nauwgezet. Wij adviseren een gespecialiseerde firma
voor waterbehandeling te contacteren. Zij zorgen voor:
- de gepaste behandeling in functie van de karakteristieken van de installatie,
- een volgcontract met resultaatsgarantie.
Bij renovatie van oude verwarmingsinstallaties moet u, vooraleer u de nieuwe ketels plaatst, de ganse installatie
grondig reinigen.
Te ondernemen stappen:
- Bij renovatie moet u, vooraleer u de nieuwe ketels plaatst, de ganse installatie grondig reinigen.
- Hou het verbruik van het bijvulwater in het oog, dit zorgt voor een aanzienlijke aanvoer van opgeloste zouten en
zuurstof. Plaats watermeters zodat u precies kan bepalen hoe u het water moet behandelen (bv. dosering van de
producten).
- Haal de opgeloste gassen uit het water met behulp van ontluchters op de uitgang van de ketel en op de
hydraulische fitting ''2/3 aftakkingen'' wanneer de ketel geconfigureerd is voor 2 aftakkingen.
- Plaats een gesloten expansievat.
- Plaats een doorstroomslibpot, zo dicht mogelijk bij de primaire retour van de ketel, evenals een filtersysteem.
- Chemische behandeling van het vulwater voor de installatie, evenals van het bijvulwater.
- Neem regelmatig stalen van het water om de kwaliteit te controleren.
1NO0P0007-F
Varjet 1 - 14
21