6.3
Elektrische aansluiting
7
Inbedrijfname
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Rainsystem AF400 • Ed.01/2024-07
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Het niet juist handelen bij werkzaamheden aan elektrische installaties
kan overlijden door een elektrische schok tot gevolg hebben!
• Laat de elektrische aansluiting uitsluitend uitvoeren door een elektri-
cien die is erkend door het plaatselijke energiebedrijf.
• Neem de geldende plaatselijke voorschriften in acht.
• Schakel de hoofdschakelaar van de installatie uit, voordat u de fases
verwisselt en borg deze tegen onbevoegd opnieuw inschakelen.
LET OP
• Neem voor de elektrische aansluiting de bijbehorende inbouw- en be-
dieningsvoorschriften van het regelsysteem in acht.
• Neem de bijgevoegde elektrische schakelschema's in acht.
Er moet rekening worden gehouden met de volgende punten:
•
Technisch stroomtype, spanning en frequentie van de netaansluiting moeten overeen-
komen met de gegevens op het typeplaatje van het regelsysteem en van de pompen.
•
Zorg voor een voldoende grote dimensionering van de elektrische aansluitkabel, in over-
eenstemming met het totale vermogen van de installatie voor regenwaterhergebruik
(zie typeplaatje, inbouw- en bedieningsvoorschriften en de meegeleverde elektrische
schakelschema's).
•
De externe zekering van de aansluitkabel voor de installatie voor regenwaterhergebruik
moet worden uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke voorschriften (bijv. VDE0100
deel 430) met inachtneming van de gegevens in de inbouw- en bedieningsvoorschrif-
ten.
LET OP
• Neem de bijbehorende inbouw- en bedieningsvoorschriften en de
meegeleverde elektrische schakelschema's in acht.
Aansluiting van optionele componenten (Fig. 5)
•
Op het regelsysteem kan een vulpeilsensor (pos. 37) (24 V, meetsignaal 4...20 mA) wor-
den aangesloten om het vulniveau in het regenwaterreservoir (pos. 35) te bewaken en
weer te geven. Installeer de sensoraansluitkabel naar het regenwaterreservoir in een be-
schermbuis. Leg de kabel losjes. Voorkom knikken en knopen. Om te voorkomen dat de
sensor vervuild raakt door sediment, moet u de vulpeilsensor (pos. 37) ten minste 100
mm boven de bodem van het regenwaterreservoir bevestigen bij "drijvende afname"
(pos. 33).
•
Als alternatief kan ter beveiliging van de pomp (pos. 36) tegen droogloop een vlotter-
schakelaar (pos. 38) in het regenwaterreservoir worden geïnstalleerd en op het regelsys-
teem worden aangesloten.
•
Standaard voedingspomp (pos. 36) op regelsysteem in het regenwaterreservoir aanslui-
ten.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Het niet juist handelen bij werkzaamheden aan elektrische installaties
kan overlijden door een elektrische schok tot gevolg hebben!
• Laat de elektrische aansluiting uitsluitend uitvoeren door een elektri-
cien die is erkend door het plaatselijke energiebedrijf.
• Neem de geldende plaatselijke voorschriften in acht.
• Schakel de hoofdschakelaar van de installatie uit, voordat u de fases
verwisselt en borg deze tegen onbevoegd opnieuw inschakelen.
nl
29