Inhoudsopgave
Advertenties
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Rainsystem AF400 • Ed.01/2024-07
•
Om te voorkomen dat de leidingverbindingen onder spanning komen te staan, moeten
compensatoren met een lengtebegrenzing of flexibele aansluitleidingen worden ge-
bruikt. De overdracht van installatietrillingen op de gebouwinstallatie wordt hierdoor tot
een minimum beperkt.
•
Vang de krachten van leidingen op en leid ze niet naar de aansluitingen van de installa-
tie.
Voedingsleiding uit het regenwaterreservoir
•
Het aansluitstuk (pos. 8) bevindt zich aan de bovenzijde van de houder (ø 50, 100 mm
lang, materiaal PE) en kan met gebruikelijke verbindingstechnieken (bijv. klemverbin-
ding) op de toevoerleiding van het regenwaterreservoir worden aangesloten.
LET OP
De toevoer vanuit het regenwaterreservoir mag niet groter zijn dan
16 m³/u. (Installatie van een smoorklep kan nodig zijn).
• Zorg voor een terugslagklep in de toevoerleiding om te voorkomen
dat de installatie in het regenwaterreservoir leegloopt.
VOORZICHTIG
Gevaar voor materiële schade door overstroming!
Door het heveleffect kan het water ongecontroleerd via de toevoerlei-
ding uit het regenwaterreservoir lopen.
• Controleer het leidingtracé en monteer indien nodig achteraf een si-
fon in de stijgleiding van de toevoerleiding.
LET OP
Heveleffect
Wanneer de hoogte van de waterstand in het regenwaterreservoir hoger
is dan die in de hybride container kan er bij het uitschakelen van de voe-
dingspomp water blijven lopen uit het regenwaterreservoir in de hybride
container.
• Voorkom een heveleffect door het installeren van een sifon in de
stijgleiding van de toevoerleiding.
LET OP
Nalopend water
Wanneer de toevoerleiding zeer lang is en bijna horizontaal of licht da-
lend naar de hybride container verloopt, zal de toevoerleiding na het uit-
schakelen van de voedingspomp in de hybride container leeglopen.
• Verlaag de schakeldrempel voor het uitschakelen van de pomp of in-
stalleer een elektrisch bediende regelklep stroomopwaarts van de
toevoerleidingaansluiting.
Aansluiting van de suppletie
•
Installeer voor de automatische suppletie een suppletieleiding 1" van het drinkwaternet
naar de installatie. De aansluiting wordt gemaakt op de magneetklep (binnendraad G1"
aan de bovenkant van het hybride container (Fig. 2b, pos. 5))
•
Installeer de leiding op de magneetklep met uitlaatpijp zo, dat de uitlaat recht boven de
inlaattrechter van het reservoir blijft gepositioneerd. De vrije uitlaat (type AA) is gega-
randeerd in de installatie.
•
Sluit zo aan op het drinkwaternet dat de toevoerleiding continu wordt doorstroomd of
automatisch wordt doorgespoeld.
•
Het wordt aanbevolen een smoorkleparmatuur in de reeds aanwezige suppletieleiding te
installeren om hogere netdrukken en daarmee drukstoten op de magneetklep evenals
het spuiten uit de trechter te voorkomen.
(Fig. 5)
(Fig. 5)
nl
27
Advertenties
Inhoudsopgave
