Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie en Onderhoud
9. Foutopsporing
Waarschuwing
Lees eerst aandachting de veiligheidsinstructies en die van
het tillen in het bijzonder.
Installatie en foutopsporing mogen enkel worden uitgevoerd
door
gekwalificeerd
personeel.
houdswerkzaamheid aan te vatten, dient men zich ervan te
verzekeren dat alle stoom- of condensaatleidingen van het
stoomnet afgezonderd zijn en dat het toestel en aangesloten
leidingen volledig drukloos zijn.
Laat het toestel afkoelen teneinde verbrandingsgevaar te ver-
mijden. Draag aangepaste veiligheidskledij alvorens enige in-
stallatie- of onderhoudswerken uit te voeren.
Bij demontage van het toestel dient men steeds op te letten,
om verwondingen door het kleppenmechanisme te vermijden.
Wees steeds voorzichtig.
De APT is grondig getest vooraleer het toestel de fabriek verliet.
Dit omvat ook een uitgebreide functionaliteitstest. Indien zou
blijken dat het toestel niet naar verwachting functioneert is dit
waarschijnlijk te wijten aan een probleem met de montage. Con-
troleer daarom eerst het volgende vooraleer de foutopsporing-
skaart te overlopen.
8.1. Kijk eerst dit na bij problemen:
-
Staan alle afsluiters open ?
-
Is de filter vóór de condensaatinlaat (zoals aanbevolen in
fig.10) proper en vrij van bramen?
-
Is de opvoerhoogte groter of gelijk aan 0.2 m, gemeten vanaf
de bodem van de pomp ?
-
Is de beschikbare druk van de aandrijvende stoom groter dan
de totale tegendruk? (3 tot 4 bar aanbevolen
groter dan 13.8 bar)).
-
Wordt de balansleiding (E), aangesloten aan de uitgang van
de verbruiker, goed ontwaterd en is ze vrij van blokkage (zie
aansluitschema fig. 10) ?
-
Is de stroomrichting door de installatie correct, zoals
aangegeven door de stromingspijlen ?
IM-P612-04 / CMGT-BEn-13
Alvorens
elke
onder-
(maar niet
8.2. Quick Reference - Foutopsporingskaart
SYMPTOOM
De APT werkt niet bij opstart.
Geen aandrijvende stoomdruk.
OORZAAK 1
Is de aandrijvende stoomdruk groter dan totale tegendruk ?
REMEDIE (1)
Kijk na of de aandrijfstoom niet geïsoleerd is door een ma-
REMEDIE (2)
nuele of fail safe klep. Bekijk de reden voor het sluiten van
de fail safe klep. Zorg voor een adequate oplossing en reset
de klep in open positie.
Afsluiter aan inlaat is gesloten.
OORZAAK 2
Is de afsluiter geopend en de inlaatleiding vrij van blokkage
REMEDIE
?
Inlaat en uitlaat zijn verkeerd verbonden.
OORZAAK 3
Aandrijvende stoom = S, ontluchting = E.
REMEDIE
Het condensaatdebiet, geproduceerd door het proces is laag
OORZAAK 4
waardoor de APT langzaam werkt.
Controleer of de ontwatering van het proces correct verloopt.
REMEDIE
SYMPTOOM
Verbruiker gevuld met condensaat - APT lijkt
normaal te werken.
APT is ondergedimensioneerd voor betreffende toepassing
OORZAAK 1
Controleer of de systeemparameters overeenkomen met de
REMEDIE
doorgegeven dimensioneringsgegevens.
SYMPTOOM
Verbruiker gevuld met condensaat - APT werkt
niet meer
Geblokkeerde ontluchtingsleiding.
OORZAAK 1
Is de balansleiding vrij van blokkages en condensaat ?(zie
REMEDIE
aansluitschema fig. 10).
Geblokkeerde condensaat inlaatleiding.
OORZAAK 2
Inspecteer de filter en maak hem proper; controleer op blok-
REMEDIE
kages.
Geblokkeerde condensaat uitlaatleiding.
OORZAAK 3
Inspecteer de leiding op blokkages.
REMEDIE
Beschadigd mechanisme.
OORZAAK 4
Werkt het toestel zoals beschreven in hoofdstuk 6 ?
REMEDIE
Vervang indien nodig de defecte onderdelen.
Geen aandrijvende stoom beschikbaar.
OORZAAK 5
Controleer of de stoomtoevoer naar de APT aanwezig en op
REMEDIE
de juiste druk is. Aandrijvende stoomdruk moet groter zijn
dan de tegendruk.
Lekkende aandrijvende stoom inlaatklep.
OORZAAK 6
Als het huis van de APT heet is (neem veiligheidsnota's in
REMEDIE (1)
acht !) wijst dit erop dat het mechanisme geblokkeerd is op
zijn pompcyclus. Inspecteer het mechanisme op te grote
wrijving (zie hoofdstuk 6). Controleer de aandrijvende stoom
inlaatklep - vervang defect onderdeel zoals beschreven in
hoofdstuk 8
Kijk na of de aandrijfstoom niet geïsoleerd is door een ma-
REMEDIE (2)
nuele of fail safe klep. Bekijk de reden voor het sluiten van
de fail safe klep. Zorg voor een adequate oplossing en reset
de klep in open positie.
Gebroken veer.
OORZAAK 7
Als de APT koud staat betekent dit dat het mechanisme
REMEDIE
geblokkeerd is op zijn vulcyclus. Controleer de veer van het
pompmechanisme - vervang defect onderdeel zoals
beschreven in hoofdstuk 7.
Geblokkeerde condensaatinlaat
OORZAAK 8
Inspecteer en reinig de filter. Controleer op blokkages.
REMEDIE
SYMPTOOM
Geratel of geklop van de APT tijdens de koude
opstart.
De inlaatterugslagklep kleppert.
OORZAAK 1
Verminder de opvoerhoogte naar de APT - installeer een
REMEDIE
smoorklep op de condensaatinlaat van de APT.
SYMPTOOM
Geratel of geklop in de condensaatafvoer na de
pompcyclus
Verse stoom komt in de condensaat afvoerleiding.
OORZAAK 1
Verifieer of de condenspotten op de aandrijvende
REMEDIE
stoomleiding afvoeren naar een niet-gevulde condensaat
terugvoerleiding. Is de condensaatleiding goed gedimen-
sioneerd?
APT14
- 31 / 35 -
Advertenties
Inhoudsopgave
