•
Als u op kleine formaten afdrukt (minder dan
127 mm lang), zorg dan dat het papier met de korte
zijde eerst in de printer wordt ingevoerd.
•
Draai de papierstapel in de lade om. Probeer ook
het papier 180° te draaien.
•
Controleer de kwaliteit van het papier waarop u
afdrukt. Gebruik geen beschadigd of slecht
afgesneden papier.
•
Gebruik alleen papier dat voldoet aan de
specificaties van HP.
•
Gebruik geen papier dat eerder in een printer of
kopieerapparaat is gebruikt. (Enveloppen,
transparanten en etiketten niet aan beide zijden
bedrukken.)
•
Controleer of de netvoeding van de printer
regelmatig is en voldoet aan de printerspecificaties.
•
Reinig de printer zoals afgebeeld in de online
handleiding.
•
Voer een normale onderhoudsbeurt uit. Bestel
hiervoor de printeronderhoudskit. Zie de online
handleiding bij de printer.
DU
Papierstoringen – 25