Om te braden:
Neem geen braadstukken die minder wegen
dan 1 kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het
braden uitdrogen. Donker vlees, dat van buiten
goed gebraden maar van binnen roze tot rood
moet blijven, moet bij een hogere temperatuur
(200°C-250°C) gebraden worden.
Licht vlees, gevogelte, en vis daarentegen op
een lagere temperatuur (150°C-175°C).
Ingrediënten voor de saus alleen bij korte
bereidingstijd al aan het begin in de braadslee
doen. Anders deze pas het laatste half uur
toevoegen.
Of het vlees gaar is, kunt u controleren met
een lepel: als het vlees niet ingedrukt wordt, dan
is het goed gaar. Rosbief en biefstuk, die van
binnen roze moeten blijven, moeten op een
hogere temperatuur in kortere tijd gebraden
worden.
Bij het direct op het rooster gaar laten worden
van vleesgerechten de braadslee op het onderste
niveau schuiven om de sappen op te vangen.
Het braadstuk minstens 15 minuten laten
staan, voordat u het aansnijdt, zodat het
vleesvocht niet kan weglopen.
Om rookvorming in de oven te beperken,
verdient het aanbeveling een beetje water in de
braadslee te gieten. Om condensvorming te
voorkomen, een paar keer water toevoegen.
Borden kunnen tot zij geserveerd worden in de
oven op de laagste temperatuur warm gehouden
worden.
Let op!
Leg geen aluminiumfolie of kookgerei
in de oven en zet de braadslee of het
bakblik niet op de bodem van de
oven, anders kan het email van de
oven door de oplopende hitte
beschadigd worden.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen onderling
verschillend zijn, vanwege de verschillende
samenstelling, ingrediënten en hoeveelheid vocht
van de afzonderlijke gerechten.
Noteer de instellingsgegevens van de eerste
bereidings- resp. braadexperimenten om
ervaring op te doen als u deze gerechten later nog
eens wilt bereiden.
Op basis van uw eigen ervaringen kunt u de
aangegeven waardes individueel aanpassen.
electrolux
15