Storings-
Veroorzaker
nummer
0032
Kortsluiting ruimtebediening VK1
0033
Onderbreking ruimtebediening VK1
0034
Kortsluiting ruimtebediening VK2
0035
Onderbreking ruimtebediening VK2
0036
Teruglooptemperatuur niet bereikt.
0037
Brandklep sluit niet.
0038
Toestel te lang op Lambda-stop.
0039
Batterij leeg, gelieve te vervangen.
0040
Lambdasonde defect.
0042
Onderdruk te laag;
eerst verschijnt de melding, na 3min
volgt de storing.
0043
Maximale vultijd overschreden
0044
Kortsluiting buffervoeler 1 / voeler supple-
mentaire boiler
0045
Onderbreking buffervoeler 1 / voeler supple- Onderbreking in voeler of in de leidingen.
mentaire boiler
0046
Initiator roostercontrole.
Enkel bij HSV70S, 80S 100S
0047
Kortsluiting buffervoeler 2
0048
Onderbreking buffervoeler 2
Oorzaak/probleem
Kortsluiting in de ruimtebediening of in de
leidingen.
Onderbreking in de ruimtebediening of in de
leidingen.
Kortsluiting in de ruimtebediening of in de
leidingen.
Onderbreking in de ruimtebediening of in de
leidingen.
Teruglooppomp defect, te klein, op stand
1 gezet. De eerste 2 keer verschijnt een
waarschuwing, bij de 3e keer schakelt
toestel uit; probleem moet opgelost worden.
Brandklep niet correct aangesloten, val-
schacht verstopt, servomotor klemt, servo-
motor of schakelaar defect.
Slecht contact met Lambdasonde of zeker-
ing F30 of Lambdasonde defect.
Bufferbatterij voor datum/uur leeg.
Slecht contact met Lambdasonde of zeke-
ring F30 of Lambdasonde defect.
De rotatiefrequentieregeling van de ventilator Onderdrukvoeler of rookgasventilator defect; onderdrukslang en ketelblaaspijp doorblazen (zie p.2.2); klemmen,
bereikt de gewenste ketelonderdruk niet.
Geen pellettransport
Kortsluiting in voeler of in de leidingen.
Na een asverwijdering kan het rooster niet
gesloten worden. Rooster open (vreemde
lichamen), reinigingssysteem geblokkeerd,
initiator roostercontrole defect, afstand ini-
tiator te groot (fabrieksinst.: 2mm)
Kortsluiting in voeler of in de leidingen.
Onderbreking in voeler of in de leidingen.
Oplossing
(na verhelping probleem op ENTER drukken)
Bij kortsluiting: klemmen nakijken; het weerstandsbereik van de ruimtebediening moet in "Uhr" tussen 3340 Ohm
en 3626 Ohm liggen (ruimtetemperatuur tussen 5 en 25°C);
bij onderbreking: ruimtebediening aansluiten; leidingen en klemmen controleren en de parameters Nr.A6 (bv.
A16, A26, A36, A46, A56) in de installateursinstellingen nakijken; eventueel de ruimtebediening of de rechter I/O-
printplaat (bv. VK-module) vervangen of een servicecentrum contacteren;
Deze storing kan overbrugd worden door op ENTER te drukken, maar de storingsweergave blijft pinken om er
de gebruiker aan te herinneren.
Juiste terugloopvoelerpositie nakijken (zie verwarmingsschema); pomp vervangen of grotere pomp gebruiken,
of in grootste stand zetten; terugloopmengerwerking testen (indien beschikbaar); technicus contacteren;
LET OP: verkort levensduur ketel!
Brandklep correct afsluiten (enkel bij ingebruikname), event. deksel valschacht verwijderen en deze ledigen,
en brandklep in manuele bediening testen; door een technicus de brandklepmotor laten uittesten of vervangen;
servicecentrum contacteren en rechter I/O-printplaat vervangen;
(Kortstondig noodbedrijf mogelijk, zie "kein Hardware-Test" op het eind van de storingsbeschrijving).
Lambdasonde ernstig vervuild (reinigen), en aansluitend in manuele bediening Nr.34 een werkingscontrole uit-
voeren; door een technicus klemmen en stekker laten controleren; zekering F30 vervangen; Lambdasonde ver-
vangen; het toestel kan ter overbrugging in de installateursinstellingen Nr.D4 op "ohne Lambda" ingesteld wor-
den tot de Lambdasonde vervangen is.
Batterij zeker tijdens werking vervangen (geen verlies van datum/uur); wanneer de batterij in uitgeschakelde
toestand wordt vervangen, moeten datum en uur opnieuw ingegeven worden, de programmering gaat daarbij
niet verloren; let op een goed batterijcontact.
Deze storing kan enkel na een Lambdasondetest (manuele bediening Nr.34) of een kalibratie (man. bed. Nr.60)
optreden; zie Nr.0038.
leidingen en stekker controleren.
Pellettransport uit het reservoir nakijken: controleren of er zich genoeg pellets in het reservoir bevinden; het
controledeksel aan de opslagruimtevijzel losschroeven en kijken of de vijzel en motoras draaien en pellets aan-
gevoerd worden; eventueel controleren of er brugvorming in het reservoir ontstaan is.
Zie Nr.0020 tot 0031.
Zie p. 2.3 (asverwijdering / onderhoud / storing); werking asverwijdering en roostercontrole in manuele bedie-
ning (Nr.1) testen; kan het rooster niet sluiten (vreemd voorwerp in het rooster), blokkeert het reinigingssysteem,
is de initiator roosterbewaking defect (zie initiatortest storing nr.12, maar met klem nr.97), is de afstand initia-
tornok correct (fabrieksinst.: 2mm), zie bij HSV70S-100S: kortstondig noodbedrijf bij HSV70S, 80S, 100S
"Kein Hardware-Test - Initiator" op het eind van de storingsbeschrijving.
Zie Nr.0020 tot 0031.