Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Eerste Inwerkingstelling Van Een Vloerverwarming; Ketelrestwarmtefunctie; Oververhitting Ketel; Test Van De Veiligheidsthermostaat - HARGASSNER HSV WTH 25 RA Handleiding

Houtsnipper- en pellettoestel met lambda; hatronic
Inhoudsopgave

Advertenties

INSTALLATEURSINSTELLINGEN

9. Eerste inwerkingstelling van een vloerverwarming

Dit programma wordt geactiveerd wanneer de parameter A9 is ingesteld op "Estrichheizen-EIN".
Temperatuurstijging:
In het begin is de voorloop-
temperatuur vastgesteld op
A9a. Elke verwarmings-
stap heeft een duur gelijk
aan A9c. Op het einde van
elke stap stijgt de voorloop-
temperatuur van A9b tot het
A9d heeft bereikt.
Temperatuurbehoud:
De maximale voorlooptem-
peratuur wordt gehouden op
de temperatuur van A9d
tijdens een periode van A9e.
Temperatuursdaling van de vloerverwarming:
De voorlooptemperatuur verlaagt dus per stap met een duur gelijk aan A9c en van A9f tot het bereiken van A9a.
Het programma van de eerste inwerkingstelling is beëindigd. De verwarmingskring herneemt dan automatisch zijn oorspron-
kelijke configuratie en de parameter A9 wijzigt automatisch in "Estrichheizen-AUS".
Wanneer het programma van de eerste inwerkingstelling van een vloerverwarming actief is, is geen enkele verandering van
het verwarmingsprogramma mogelijk. In geval van een stroomonderbreking herneemt het programma zijn normale gang
vanaf de stroomvoorziening is hersteld.

10. Ketelrestwarmtefunctie

Als er na een periode van verwarmen geen vraag meer is naar verwarming, wordt de functie "ketelrestwarmte" geactiveerd:
de ketel stopt, de pompen en de mengventielen worden gestuurd totdat de keteltemperatuur zakt tot onder de waarde M2
(fabriekinst.: 40°C).

11. Oververhitting ketel

Wanneer de keteltemperatuur de veiligheidstemperatuur N1 (fabriekinst.: 90°C) overstijgt, start de pomp van boiler 1; daarna
boiler 2 volgens N2 (fabriekinst.: 91°C) etc...
Wanneer de keteltemperatuur de veiligheidstemperatuur M1 (fabriekinst.: 92°C), worden alle verwarmingskringen geactiveerd
en wordt de voorlooptemperatuur berekend op basis van een fictieve buitentemperatuur M1a (fabriekinst.: -10°C). Deze ver-
richting is van korte duur en dient om de ketel af te koelen.

12. Test van de veiligheidsthermostaat

Deze testtoets laat toe de werking van de veiligheidsthermostaat te controleren: hou in de stand "Auto" de toets ingedrukt
tot de veiligheidsthermostaat schakelt (of als de keteltemperatuur hoger is dan ca. 95°C).
Tijdens deze test worden alle verwarmingspompen en boilers stopgezet.
Laat de ketel afkoelen om de veiligheidsthermostaat the resetten, verwijder de beschermkap, druk met een kleine schroeven-
draaier op de rode knop (er moet een "klik" hoorbaar zijn) en herstart de ketel door op de groene "Enter"-toets te drukken.
TÜV
p. 6.12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave