HOOFDSTUK 3 - INSTALLATIE
52
modellen 28, 29, 30, 31, 32 en 33. Voor categorie I-
systemem: zie ook opmerking 7.
4) Op modellen 28, 29, 30 en 31 (zie ook opmerking 7) is een
CM smoorspoel vereist bij de uitgang van de frequentie-
omvormer: TOR1-CFW08, 1 wikkeling. De toroid is
geplaatst in de N1 kit die met deze modellen wordt
meegeleverd. Installatieprocedure: zie afbeelding 3.15.
5) Op modellen 38, 39, 40, 41, 42 en 43 is een CM smoorspoel
vereist bij de filter ingang: TOR2-CFW08, 3 wikkelingen.
Installatieprocedure: zie afbeelding 3.15.
6) Bij modellen 38, 39, 40 en 41 moet een afgeschermde
kabel worden gebruikt tussen het externe filter en de
frequentie-omvormer.
7) Categorie I-systemen zijn eveneens getest op
grenswaarden voor emissies door geleiding in industriële
omgevingen met onbeperkte distributie (definities: zie
opmerkingen 2 en 3 bij par. 3.3.3). In dat geval:
- is de maximum kabellengte 30m voor modellen 1, 2, 3,
4, 5, 6, 7, 8,32 en 33, en 20m voor modellen 24, 25, 26,
27, 28, 29, 30 en 31;
- is de maximum schakelfrequentie 10kHz voor modellen
28, 29, 30 en 31, en 5kHz voor modellen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7,
8, 24, 25, 26, 27, 32 en 33;
- modellen 28, 29, 30 en 31 behoeven geen CM
smoorspoel bij de frequentie-omvormer uitgang (zoals
gesteld in opmerking 4).