3.1
MECHANISCHE
INSTALLATIE
3.1.1 Omgeving
INSTALLATIE
Dit hoofdstuk beschrijft de elektrische en mechanische
installatieprocedures voor de CFW-08 frequentie-omvormer.
Neem de volgende richtlijnen en aanbevelingen in acht voor
een goede werking van de CFW-08.
De plaats waar de frequentie-omvormer wordt geïnstalleerd
is een belangrijke factor voor een optimale, betrouwbare
werking. Aanbevelingen:
Vermijd directe blootstelling aan zonlicht, regen, hoge
vochtigheid en zeelucht.
Vermijd blootstelling aan gassen of explosieve of bijtende
vloeistoffen.
Vermijd hevige trillingen en blootstelling aan stof, olie en
stroomgeleidende deeltjes of materialen.
Omgevingscondities:
Temperatuur : 0 ... 40°C (32...104°F) - nominale condities.
0 ... 50°C (32...122°F) - trek 2% af van de motorstroom per
1.0°C (1.8°F) temperatuurverschil boven 40°C (104°F).
Relatieve vochtigheid: 5% tot 90% - zonder condensatie.
Maximum hoogte: 1000m (3,300 ft) - nominale condities.
1000 ... 4000m (3,300...13,200 ft) - trek 10% af van de
motorstroom per 1000m (3,300 ft) hoogteverschil boven
1000m (3,300 ft).
Vervuilingsgraad: 2 (volgens EN50178 en UL508C)
OPMERKING
Als de frequentie-omvormers geïnstalleerd worden in
paneelconstructies of gesloten metalen behuizingen is koeling
vereist zodat de temperatuur rond de omvormer niet hoger
wordt dan de toegestane maximum temperatuur. Zie
"Gedissipeerd vermogen" , par. 9.1.
HOOFDSTUK 3
31