HOOFDSTUK 2 - ALGEMENE INFORMATIE
(gerelateerd aan de ingangsspanning) dat de
uitgangsspanning bepaalt voor een uitgangsfrequentie
gelijk aan nul. Op deze manier bekomt men een groter
aantal curves en een groter variatiebereik.
De onderstaande tabel toont de overeenkomst tussen de
geprogrammeerde waarden van de oudere μline-modellen
en de te programmeren waarden van de nieuwe CFW-08-
modellen voor eenzelfde resultaat.
Ingestelde waarde voor
P136 bij μline
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
b) P136 - Automatische instelling koppel bij lage snelheid
("Torque Boost") (automatische IxR compensatie) en
slipcompensatie
Bij de μline-modellen werd alleen de nominale
motorstroomsterkte (P401) gebruikt voor automatische IxR
compensatie en slipcompensatie. Bij de μline-modellen
werd de nominale vemogensfactor van de motor behandeld
als een vaste waarde gelijk aan 0.9.
Bij de nieuwe CFW-08 worden parameters P401 en P407
gebruikt (nominale arbeidsfactor motor), als volgt:
P401
uline
Voorbeeld: Waar bij een toepassing met een μline-model de
volgende instelling was vereist: P401=3.8A, moeten voor de
nieuwe CFW-08 de volgende waarden worden ingesteld:
P401=3.8 en P407=0.9 of
P407= nominale cos Ø voor de gebruikte motor en
P401=3,8 . 0,9
P407
Parameters die alleen in speciale softwareversies voor
µline-modellen voorkomen
a) Vluggere input
Bij de nieuwe CFW-08-modellen is de reactietijd van de
digitale ingangen 10ms (max.).
Ook is de minimum acceleratie- en deceleratietijd
teruggebracht van 0.2s (μline) tot 0.1s (CFW-08). Verder
In te stellen waarde voor P136 bij
CFW-08
0.0
2.5
5.0
7.5
10.0
12.5
15.0
17.5
20.0
22.5
. 0,9 = P401 . P407
CFW-08
25