Installatie (MDR60A0150/0370/0750 en MDR61B1600/2500)
I
4
Instelling bij besturingsmethode CFC/servo
0 0
4.2
Instelling bij besturingsmethode CFC/servo
22
Als de besturingsmethode CFC moet worden gebruikt, dient deze bij de inbedrijfstelling
te worden geselecteerd. Hierna wordt de selectie en de verdere procedure in relatie tot
®
de MOVITOOLS
MotionStudio-versie beschreven.
•
Selecteer de bedrijfssoort CFC "current-controlled with feedback".
Situatie A: versie 5.7 met ServicePack 1
(in voorbereiding)
•
In situatie A (versie 5.7 met ServicePack 1): activeer het selectievakje "Unit is in
DC link connection...".
•
In situatie B (versie 5.7 zonder ServicePack 1) moet bovendien de versterking van
de stroomregelaar (Kp I-regelaar) worden gehalveerd.
– Bevestig de selectie met de toetsencombinatie <Shift> + <Next>.
– Wijzig de instelling Kp I-regelaar in 50 % van de voorgestelde waarde.
AANWIJZING
In de volgende apparaatcombinaties is het gebruik van synchrone servomotoren met
®
MOVIDRIVE
niet toegestaan:
•
Netterugvoeding MOVIDRIVE
met applicatieregelaars MOVIDRIVE
•
Applicatieregelaars MOVIDRIVE
B met applicatieregelaars MOVIDRIVE
®
MOVITOOLS
MotionStudio
Situatie B: versie 5.7 zonder ServicePack
(actueel)
®
MDR61B, bouwgrootte 7, in tussenkringsysteem
®
MDX61B in bouwgrootte 0 – 6
®
MDX61B, bouwgrootte 7, in aansluitype A resp.
®
MDX61B, bouwgrootte 0 – 6
Compacte technische handleiding – MOVIDRIVE
®
MDR60A/61B