Alarmnr.
Alarmtekst
Functie
38-
565, 580,
MIRU 1-3 DRUK ONDER INSTELPUNT ALARMGRENS
40:10
595
De druk heeft langer dan 20 minuten meer dan 10% onder het instel-
punt gelegen.
Controleer of de slangen correct zijn aangesloten. - moet zijn aange-
sloten op het uitlaatluchtkanaal en + moet de luchtdruk meten.
Controleer of de waarde voor het drukinstelpunt niet is ingesteld op
een hogere waarde dan de ventilator kan leveren (de snelheid van de
ventilator geeft 100% aan op de handterminal).
38-
566, 581,
MIRU 1-3 DRUK BOVEN INSTELPUNT ALARMGRENS
40:11
596
De druk heeft langer dan 20 minuten meer dan 10% boven het
instelpunt gelegen.
Controleer of er geen kleppen of andere dingen zorgen voor een
abnormaal hoge drukval in het kanaalsysteem.
Controleer of de slangen correct zijn aangesloten. - moet zijn aange-
sloten op het uitlaatluchtkanaal en + moet de luchtdruk meten.
Controleer of de waarde voor het drukinstelpunt niet is ingesteld op
een lagere waarde dan de ventilator kan leveren of dan waarvoor het
kanaalsysteem is ontworpen.
Alarmgroep 48: Reserve
Alarmgroep 49-54: Inlaatluchtventilator 1A-3B
49-54:1
721, 736,
INLAATLUCHTVENTILATOR 1-3/A-B COMMUNICATIEFOUT
751, 766,
De regeleenheid van de luchtbehandelingsunit brengt geen correcte
781, 796
communicatie tot stand met de motorregelaar van de inlaatluchtven-
tilator.
Controleer of de kabel in het buscommunicatiecircuit is aangesloten
op COM 6-11 op de IQlogic-regelaar.
Controleer of de voeding voor de motorregelaar en of de snelkoppe-
ling correct zijn aangesloten en of de motorbeveiliging/automatische
zekering in de aansluitkast is ingeschakeld.
10 seconden alarmvertraging.
49-54:2
722, 737,
INLAATLUCHTVENTILATOR 1-3/A-B OVERSTROOM MOTORREGELAAR
752, 767,
Hoge stroom naar motor.
782, 797
Controleer de belasting van de motor.
10 seconden alarmvertraging.
49-54:3
723, 738,
INLAATLUCHTVENTILATOR 1-3/A-B TE LAGE SPANNING MOTORREGE-
753, 768,
LAAR
783, 798
Voeding met te lage spanning.
Het alarm beschermt de elektronica in de motorregelaar.
Controleer de aansluitspanning en of er niet regelmatig spanningsda-
lingen optreden. Het alarm wordt geactiveerd 60 seconden nadat er
een alarm is geactiveerd door de interne alarmvoorwaarden van de
motorregelaar.
49-54:4
724, 739,
INLAATLUCHTVENTILATOR 1-3/A-B TE HOGE SPANNING MOTORRE-
754, 769,
GELAAR
784, 799
Voeding met te hoge spanning.
Het alarm beschermt de elektronica in de motorregelaar.
Controleer de aansluitspanning en of er niet regelmatig spanning-
spieken optreden. Het alarm wordt geactiveerd 10 seconden nadat er
een alarm is geactiveerd door de interne alarmvoorwaarden van de
motorregelaar.
49-54:5
725, 740,
INLAATLUCHTVENTILATOR 1-3/A-B TE HOGE TEMPERATUUR MOTOR-
755, 770,
REGELAAR
785, 800
Hoge interne temperatuur.
De interne temperatuur van de motorregelaar is hoger geworden dan
95 °C.
10 seconden alarmvertraging.
We behouden ons het recht voor om specificaties zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
8)
NL.GOLDSKFLARM.201001
Prioriteit
Stop
0 = Geblok. 0 = In bedrijf
A = A-alarm
1 = Stop
B = B-alarm
B
0
B
0
A
1
3)
A
1
1)
3)
A
1)
1
3)
A
1
1)
3)
A
1
1)
3)
www.swegon.com
Resetten
0 = handm.
1 = autom.
0
0
1
0
0
0
0
31