Alarmnr.
Alarmtekst
Functie
26:2
377
VOORFILTER, INLAATLUCHT VUIL
De druk over het inlaatluchtvoorfilter ligt langer dan 10 minuten
boven de ingestelde alarmgrens.
Vervangen door een nieuw filter. Als het filter schoon lijkt, controleert
u of de drukslangen correct zijn aangesloten en of de functieschake-
laar op de druksensor is ingesteld op positie 8.
26:7
382
VOORFILTER, COMMUNICATIEFOUT UITLAATLUCHTDRUKSENSOR 9
De regeleenheid van de luchtbehandelingsunit brengt geen correcte
communicatie tot stand met de sensor van het uitlaatluchtvoorfilter.
Controleer of de functieschakelaar op de druksensor is ingesteld op
positie 9 en of de kabel is aangesloten op COM 6-11 op de IQlogic-
regelaar.
10 seconden alarmvertraging.
26:8
383
VOORFILTER, UITLAATLUCHT VUIL
De druk over het uitlaatluchtvoorfilter ligt langer dan 10 minuten
boven de ingestelde alarmgrens.
Vervangen door een nieuw filter. Als het filter schoon lijkt, controleert
u of de drukslangen correct zijn aangesloten en of de functieschake-
laar op de druksensor is ingesteld op positie 9.
Alarmgroep 27: AHU, interne filters
27:1
391
FILTER LUCHTBEHANDELINGSUNIT, COMMUNICATIEFOUT INLAAT-
LUCHTDRUKSENSOR 3/4
De regeleenheid van de luchtbehandelingsunit brengt geen correcte
communicatie tot stand met de sensor van het AHU-inlaatluchtfilter.
Controleer of de functieschakelaar op de druksensor is ingesteld op
positie 3 (het inlaatluchtfilter rechts van de luchtbehandelingsunit) of
is ingesteld op positie 4 (het inlaatluchtfilter links van de luchtbehan-
delingsunit) en of de kabel in het buscommunicatiecircuit is aangeslo-
ten op COM 6-11 op de IQlogic-regelaar.
10 seconden alarmvertraging.
27:2
392
FILTER LUCHTBEHANDELINGSUNIT, INLAATLUCHT VUIL
De druk over het inlaatluchtfilter van de luchtbehandelingsunit ligt
langer dan 10 minuten boven ingestelde alarmgrens.
Vervangen door een nieuw filter. Als het filter schoon lijkt, controleert
u of de drukslangen correct zijn aangesloten.
27:7
397
FILTER LUCHTBEHANDELINGSUNIT, COMMUNICATIEFOUT UITLAAT-
LUCHTDRUKSENSOR 3/4
De regeleenheid van de luchtbehandelingsunit brengt geen correcte
communicatie tot stand met de sensor van het AHU-uitlaatluchtfilter.
Controleer of de functieschakelaar op de druksensor is ingesteld op
positie 3 (het uitlaatluchtfilter links van de luchtbehandelingsunit) of is
ingesteld op positie 4 (het uitlaatluchtfilter rechts van de luchtbehan-
delingsunit) en of de kabel in het buscommunicatiecircuit is aangeslo-
ten op COM 6-11 op de IQlogic-regelaar.
10 seconden alarmvertraging.
27:8
398
FILTER LUCHTBEHANDELINGSUNIT, UITLAATLUCHT VUIL
De druk over het uitlaatluchtfilter van de luchtbehandelingsunit ligt
langer dan 10 minuten boven ingestelde alarmgrens.
Vervangen door een nieuw filter. Als het filter schoon lijkt, controleert
u of de drukslangen correct zijn aangesloten.
We behouden ons het recht voor om specificaties zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
NL.GOLDSKFLARM.201001
Prioriteit
Stop
0 = Geblok. 0 = In bedrijf
A = A-alarm
1 = Stop
B = B-alarm
B
0
3)
B
0
3)
B
0
3)
B
0
3)
B
0
3)
B
0
3)
B
0
3)
www.swegon.com
Resetten
0 = handm.
1 = autom.
0
1
0
1
0
1
0
23